Onder het kopje Document-itemopties kiest u de Isah-items waaraan de engineer een document kan koppelen. Alleen het item of de items die u hier activeert, kan de engineer kiezen als hij in het CAD-pakket de functie 'Selecteer' gebruikt. Activeert u maar één item, dan kan de engineer direct het gewenste item selecteren. Activeert u bijvoorbeeld 'Artikel' en 'Engineering-item' dan dient de engineer eerst een keuze te maken tussen artikel en engineering-item voordat hij het gewenste artikel of het gewenste engineering-item selecteren kan. Activeert u alleen 'Artikel' dan kan de engineer direct het gewenste artikel selecteren.
Het is niet mogelijk om zowel 'Artikel' als 'Artikelrevisie' te activeren.
Kopje Bijwerken stuklijst op tekening
Onder het kopje Bijwerken stuklijst op tekening geeft u aan op welke momenten een stuklijst op tekening moet worden bijgewerkt. Op de momenten die u kiest, wordt de stuklijst op tekening dan automatisch bijgewerkt zodat deze gelijk is aan de stuklijst in Isah, bijvoorbeeld na het opslaan van een document in CAD.
In het veld Naam lettertype kiest u het lettertype dat gebruikt wordt voor de stuklijst op tekening en ballonnen in AutoCAD. Hiervoor kunt u uit alle lettertypes kiezen die binnen AutoCAD beschikbaar zijn.
Als u positieballonnen en de stuklijst op tekening op de gewenste afmetingen op de afdruk van een tekening wilt krijgen, dient u rekening te houden met de schaal van de tekening. Is bijvoorbeeld opgegeven dat een positieballon een diameter van 10 mm moet hebben en is de schaal van de tekening 1:10, dan zouden de positieballonnen 10x zo klein worden afgedrukt dan de bedoeling is (1 mm). Voor de juiste weergave van de afmetingen van de positieballonnen en de stuklijst op tekening, dient u het veld Schaalfactor te vullen met de schaalfactor van de tekening. In het voorbeeld dus de waarde '10'.
Deze schaalfactor geldt voor alle tekeningen. Het is echter mogelijk om daar per tekening van af te wijken door een schaalfactor in te vullen in het scherm Lokale instellingen in AutoCAD.
Activeert u het veld Bestaande ballonnen gebruiken dan wordt op basis van balonnen in de tekening bepaald waaraan de AutoCAD-tekening gekoppeld is, als die informatie ontbreekt in de documenteigenschappen. Hiervoor wordt zogenaamde XED-informatie (Extended Entity Data) uitgelezen. Wordt er informatie gevonden (TableId en PrimKey) in een ballon dan wordt deze opgenomen als documenteigenschap in het document. Dat is namelijk een vereiste voor de koppeling tussen AutoCAD en Isah.
Activeert u het veld Snap gebruiken dan wordt 'snapmode' ingeschakeld bij het plaatsen van ballonnen.
Activeert u het veld Paperspace gebruiken dan wordt bij het plaatsen van de stuklijst op tekening en van ballonnen gebruikgemaakt van 'paperspace'. Laat u het veld leeg dan zal 'modelspace' gebruikt worden.
Kopje vrije documenteigenschappen
Het is mogelijk om documenteigenschappen van een document aan te maken en te vullen met gegevens uit Isah. Welke gegevens dat zijn, wordt vastgelegd in het scherm Documenteigenschappen definities. Binnen AutoCAD kunnen alleen eigenschappen van tekeningen (dwg-bestanden) gevuld worden. In het veld Tekening (dwg) kiest u een documenteigenschappendefinitie.
In de CAD-koppeling kan op bepaalde momenten een VBA-macro uitgevoerd worden. Hierdoor heeft een klant de mogelijkheid extra functionaliteit op te nemen. Daarvoor moet er een CAD VBA-projectbestand aanwezig zijn met daarin een aantal vaste functies. Deze functienamen zijn door Isah bepaald, hiervan kan niet afgeweken worden. De naam van het VBA-projectbestand is vrij, maar binnen het project moet een module aanwezig zijn met de naam 'IsahEvents' waarin één of meer van de volgende functies zijn opgenomen: