Autonummeringsknoop: Selecteer de gewenste database.
Systeemtabel: Selecteer de tabel behorend bij de code die automatisch genummerd moet worden, bijvoorbeeld voor de klantcode is dat tabelcode 9 T_Customer (scherm Klanten).
Systeemveld: Selecteer de code die automatisch genummerd moet worden, bijvoorbeeld voor de klantcode is dat veldcode 1 CustId.
Minimumvoorraad: Geef aan hoeveel codes minimaal beschikbaar moeten zijn, bijvoorbeeld 40.
Batchgrootte: Geef aan hoeveel codes er aangemaakt moeten worden als de verwerking Sleutelwaarden aanmaken wordt uitgevoerd op het moment dat het aantal beschikbare codes minder is dan de opgegeven minimumvoorraad.
het definiëren van stuklijstdefinities: u geeft aan waarop een stuklijstdefinitie van toepassing is, bijvoorbeeld op artikelen (tabel T_Part).,