Previous Topic

Next Topic

Inhoudsopgave

Book Index

Presets

U gebruikt het scherm Presets om een preset toe te voegen of te wijzigen. Voor het toevoegen of wijzigen van presets is enige SQL-kennis vereist.

Als u een nieuwe preset heeft toegevoegd, kiest u in het menu Bewerken voor Test preset. U kunt een preset niet opslaan voordat hij getest is.

Om een gedefinieerde preset te activeren, opent u het scherm waarop u de preset wilt uitvoeren, bijvoorbeeld het scherm Artikelen. Is het selectieveld voor presets niet aanwezig, kies dan Presetinstellingen in het menu Beeld. Activeer vervolgens Toon preset keuzelijst. U kunt de gewenste preset nu selecteren in het preset-selectieveld.

N.B.: Als u het scherm Presets oproept vanuit het scherm Gebruikers, dan ziet u alleen de presets die bij de geselecteerde gebruiker zijn opgenomen. Roept u het op vanuit de map Technische basisgegevens, dan ziet u alle presets. U kunt deze filters wijzigen door in het scherm een andere preset te kiezen.

Let op: Het SQL-statement moet in ieder geval alle verplichte velden (kolomnamen) voor het scherm bevatten. U vindt deze verplichte velden in de stored procedure of, indien aanwezig, in de preset 'Dynamic SQL'.

Tip: U gebruikt de rechtermuisknop in het tekstblok om de functies op te roepen die aanwezig zijn in de script editor. U kunt hiermee uw preset opslaan op de server, markeringen aanbrengen, wijzigingen ongedaan maken etc.

Tip: In het tekstblok waar u de SQL-statements invoert, heeft u dezelfde mogelijkheden als in het scherm waarin u scripts toevoegt. Zo kunt u met de toetsencombinatie CTRL-spatiebalk een overzicht oproepen van alle beschikbare SQL-statements.

Gebruiksmogelijkheden

Overzicht van aanvullende technische gegevens

Parameters in presets