In het scherm Batchopdrachten vindt u alle geregistreerde opdrachten die door de batchserver uitgevoerd moeten worden.
Batchopdrachten geven
U geeft een batchopdracht op door het verwerkingsscherm te openen waarvan u de actie in batch wilt laten uitvoeren, de gegevens in te vullen en op de knop Batch te klikken. U kunt vervolgens enkele instellingen aangeven, bijvoorbeeld wanneer de opdracht moet worden uitgevoerd en of dit eenmalig of vaker moet gebeuren.
De opdrachten worden in een wachtrij geplaatst om door de batchserver uitgevoerd te worden. De batchserver controleert welke batchopdrachten in de wachtrij staan en welke hiervan moeten worden uitgevoerd. Aan de hand van het type batchserver dat is opgegeven bij de batchopdracht wordt bepaald of de batchserver de opdracht mag uitvoeren.