Objecten

In de module Objecten kunt u unieke exemplaren van artikelen vastleggen en beheren. Hier kunt u service op verlenen. Een servicemonteur kan alle relevante gegevens van een object opvragen: wanneer het is geproduceerd, welke onderdelen er origineel in zijn verwerkt, welke storingen er op zijn gemeld, welk servicecontract erop van toepassing is, wat de aanpassingen aan het object zijn in de tijd, etc. Als u gebruikmaakt van de module Service is het gebruik van objecten verplicht.

Bij objecten kunt u denken aan:

• artikelen die u zelf produceert zoals een machine, een verwarmingsketel of een halffabrikaat zoals een motor
• een locatie zoals een gebouw, een schip, een olieraffinaderij, een onderdeel van het wegennet, waarin een product dat u maakt zich bevindt. Voorbeelden zijn een kantoor waarvoor u een liftinstallatie hebt geplaatst, een schip waar u een motor voor hebt geleverd, etc.
• In offertes kan worden verwezen naar een referentieobject, bijvoorbeeld een bouwproject waarbij de klanten aannemers zijn die inschrijven op het project. Zij krijgen allen een offerte die verwijst naar het bouwproject. Het referentieobject kan in een volgende fase gebruikt worden als afleveradres en later als locatieobject waar zich de geleverde objecten bevinden.

Werken met objecten

Wilt u met unieke exemplaren werken, dan markeert u het artikel als objectgebonden. Bij alle logistieke verwerkingen die u daarna uitvoert, dient u het object op te geven. Dat geldt voor ontvangsten, uitgiftes, voorraadboekingen, leveringen, etc. Objecten maakt u doorgaans automatisch aan. Daarbij kunt u desgewenst kenmerken vastleggen en aangeven of het object onderdeel is van een ander object.

Een locatie of een gebouw is geen artikel. Deze objecten maakt u handmatig aan in het scherm Objecten.

Kenmerken

U kunt aan objecten kenmerken toekennen zoals draai-uren en tellerstanden. Op basis van de waarden kunt u dan besluiten dat het object onderhoud behoeft of vervangen moet worden.

Objecten als onderdeel van een object

De onderdelen van een object kunnen zelf ook objecten zijn, bijvoorbeeld een machine met een motor. Het object met alle onderliggende objecten op een bepaald moment, ziet u terug in de as-built-structuur.

Geldigheid van objecten

Alle objecten hebben een begin- en een einddatum waarmee de geldigheid wordt aangegeven. Als de motor in een machine wordt vervangen, dan is de geldigheid van de oude motor verlopen wat u terugziet in de as-built-structuur.

Voorbeeld

Een auto met een bepaalde combinatie van merk, model en uitvoering is een artikel. Met een eigen chassisnummer is het een object dat een eigen servicehistorie opbouwt van onderhoudsbeurten en reparaties.

Voorbeeld

Een oliemaatschappij heeft een olieveld met verschillende sublocaties. Op een van die locaties bevindt zich een compressor. Het olieveld, de sublocaties en de compressor zijn allemaal objecten. De slijtagegevoelige onderdelen van de compressor zijn ook objecten, maar de overige onderdelen niet. Wanneer een monteur service wil verlenen op de compressor kan hij met de objectcode alle benodigde gegevens over de compressor opvragen.