Een cluster bestaat uit de bewerkingsregels van één of meerdere productieorders. U gebruikt clusters bijvoorbeeld wanneer een personeelslid een aantal kortlopende, dezelfde bewerkingen voor verschillende bewerkingsregels in één keer uitvoert. Als er 20 profielen moeten worden gezaagd, krijgt de werknemer een stapeltje werkkaarten mee (een voor elk profiel) en werkt hij deze allemaal af. Als dit één uur heeft geduurd, boekt hij dat ene uur op het cluster waarin de 20 zaagbewerkingen zijn opgenomen.
Het cluster bestaat uit een clusterkop met daarin algemene gegevens. Vervolgens koppelt u met de knop Clusterregels verschillende regels aan de clusterkop. Deze regels bevatten de bewerkingsregels uit de verschillende productiedossiers. Zo groepeert u de verschillende bewerkingen die binnen een cluster uitgevoerd moeten worden.
In de urenverantwoording worden de urenregels van de werknemer die geboekt zijn op een cluster teruggerekend op basis van de verhouding van de voorcalculatorische tijden van de machines. Deze berekening is als volgt:
Uitzonderingen
Indien binnen een cluster de voorcalculatorische manuren nul zijn, maar er toch mankosten zijn, dan wordt de verdeling van de voorcalculatorische machine-uren gehanteerd. Is deze ook nul, omdat zowel de manuren als de machine-uren nul zijn, dan worden de kosten rechtevenredig over alle clusterregels verdeeld.
Omgekeerd geldt hetzelfde voor de machinekosten. Wanneer de voorcalculatorische machineverdeling leidt tot de waarde nul, dan wordt de voorcalculatorische manurenverdeling gehanteerd. Is deze ook nul, dan worden de kosten rechtevenredig verdeeld over de clusterregels van het cluster.
Wanneer geen clusterverdeling gemaakt kan worden, dan worden de kosten rechtevenredig verdeeld.
In de praktijk
Clusters kunnen vooraf worden aangemaakt, maar het kan ook op de werkvloer nog gedaan worden. Als een cluster vooraf wordt ingevoerd, doen de werkvoorbereiders of planners dat meestal. Gebeurt het op de werkvloer, dan doet de productiemedewerker het vaak zelf. Een productiemedewerker kan bijvoorbeeld beslissen om de werkkaarten waarbij plaatmateriaal van 2 mm dikte nodig is, te clusteren en gezamenlijk bij de knipmachine af te werken. Als de productiemedewerker het cluster op de werkvloer aanmaakt, gebeurt dat met behulp van PDI (productiedata-integratie).
Velden