U gebruikt de verwerking Uitvoeren MRP (Materials Requirement Planning) om het voorraadverloop van artikelen door te rekenen en zo te bepalen of de voorraad van een artikel onder het minimum komt, waardoor er een behoefte aan zou ontstaan. Hierbij wordt rekening gehouden met geplande ontvangsten en uitgiftes, inclusief verkoopprognoses. Bij het berekenen van het voorraadverloop kijkt MRP naar:
voorraadregels die gespecificeerd zijn als beschikbaar voor bestelpuntmethode en MRP
verkooporderregels met de herkomst 'Voorraad'
artikelen in productiedossiers met de herkomst 'Voorraad'
verkoopprognoses voor artikelen met de herkomst 'Voorraad'
geplande ontvangsten op inkooporderregels met bestemming 'Voorraad'
geplande ontvangsten op productieorders met bestemming 'Voorraad'.
De verwerking Uitvoeren MRP doorloopt een proces van verschillende stappen. Een beschrijving van het proces vindt u onder Processen in Isah, Voorraad, MRP.
Belangrijke velden
De velden die de MRP gebruikt als aansturing voor de hierboven genoemde bewerkingen zijn:
Minimum voorraad: Wanneer de voorraad onder dit minimum komt, dan ontstaat een behoefte. U vindt dit veld in het scherm Artikelen op het tabblad Logistiek.
Seriegrootte: Wanneer voor een maakdeel een productiedossier moet worden aangemaakt, dan bepaalt de seriegrootte het aantal dat gemaakt dient te worden via het productiedossier. U vindt dit veld in het scherm Artikelen op het tabblad Calculatie/productie.
Daarnaast zijn de volgende data van belang:
de verzenddatum op het verzendschema van een verkoopregel: op deze datum ontstaat een behoefte, omdat de goederen dan verzonden moeten worden
de 'datum benodigd' van de artikelregel van de productieorder: op deze datum ontstaat een behoefte, omdat de artikelen dan uitgegeven moeten worden
de datum van de artikelprognose: op deze datum ontstaat een behoefte, omdat de verwachting is dat artikelen dan op voorraad moeten zijn
de einddatum van productieorders voor de voorraad: op deze datum zijn voorraadartikelen gereed, zodat de voorraad kan worden aangevuld
de geplande ontvangstdatum van inkoopregels van artikelen: op deze datum worden voorraadartikelen geleverd, zodat de voorraad kan worden aangevuld.
Geblokkeerde voorraad
Het is mogelijk om geblokkeerde voorraad in de MRP-berekening mee te laten tellen. Dat kunt u bijvoorbeeld doen bij voorraad die nog gekeurd moet worden. Daarvoor dient u zowel in het scherm Magazijnlocaties als in het scherm Voorraadstatussenaan te geven dat de voorraadregel beschikbaar moet zijn voor bestelpuntmethode en MRP.
Uitwisselbare voorraad van artikelrevisies
Als u gebruikmaakt van revisiebeheer en als ingesteld is dat voorraad van artikelrevisies uitwisselbaar is, dan worden alle revisies van een artikel bij elkaar opgeteld voor het bepalen van de voorraad. Is de voorraad van alle revisies samen minder dan de minimumvoorraad, dan wordt een besteladvies aangemaakt voor de laatst vrijgegeven revisie van het artikel en eventueel ook een interne productiedossier. Als de instelling niet geactiveerd is, dan wordt alleen voor de laatst vrijgegeven revisie de voorraad bepaald en indien nodig een besteladvies en/of een interne productieorder aangemaakt.
Vult u de planningshorizon in, dan wordt het veld Doorrekenen tot en met automatisch gevuld met de systeemdatum + de planningshorizon. U kunt het veld Doorrekenen tot en met dan nog wel aanpassen.
U gebruikt het veld Doorrekenen tot en met om de datum van de MRP-berekening in te vullen. De MRP-berekening signaleert de behoefte aan voorraadartikelen die vóór deze datum ontstaat.
Let op: De ingevulde datum wordt genegeerd voor artikelen waarbij in de module Artikelen een planningshorizon is ingevuld die anders is dan '0' (tabblad Logistiek, veld Planningshorizon). Als de waarde in het veld Planningshorizon in het scherm Artikelen groter is dan '0', dan bepaalt de planningshorizon over welke periode de behoefte aan voorraadartikelen berekend wordt. De behoefte wordt dan berekend tot de systeemdatum + het aantal in het veld planningshorizon gevulde dagen.
Onder dit kopje geeft u aan voor welke niveaus u de stuklijsten wilt doorrekenen. Als u namelijk stuklijsten met vele niveaus gebruikt, kan het resultaat onoverzichtelijk worden.
Door gebruik te maken van de niveau-instelling kunt u bijvoorbeeld eerst een MRP-run uitvoeren voor alleen de eindproducten (niveau 0). Vervolgens beoordeelt u de resulterende productiedossiers. Na het aanbrengen van eventuele aanpassingen in de productiedossiers voert u de MRP-run uit voor de onderliggende niveaus (niveau 1 en hoger).