Valutacodes gebruikt u om te verwijzen naar de munteenheid die u hanteert, bijvoorbeeld bij de financiële gegevens van klanten en leveranciers op offertes, orders en dergelijke. Bij de valuta kunt u tevens de wisselkoers aangeven. Bedragen in een buitenlandse valuta kunnen dan worden omgerekend naar uw eigen bedrijfsvaluta, bijvoorbeeld euro's of dollars.
Let op: Om orderbevestigingen, facturen, inkooporders en dergelijke te kunnen maken, moet minstens één valuta als basisvaluta zijn ingesteld.
Tip: Op het scherm Basisgegevens staan twee valuta-instellingen, namelijk in het veld Valuta en in het veld Koerstabelvaluta. In het veld Valuta legt u de basisvaluta vast. Deze geeft aan in welke valuta de bedragen zonder valutacode worden uitgedrukt. Voorbeelden hiervan zijn de functiegroeptarieven en de bedragen in de nacalculatie. Deze valuta staat bij landen die deelnemen aan de euro meestal ingesteld op 'EUR' (euro's). In het veld Koerstabelvaluta geeft u aan ten opzichte van welke valuta u de koersen opgeeft. Als uw bedrijf gevestigd is in een land dat deelneemt aan de euro, dan moet het veld Koerstabelvaluta worden ingesteld op euro's (EUR).
Tip: In de module Algemeen kunt u voor dit veld een voorkeurswaarde opgeven die standaard voor alle klanten en/of leveranciers geldt. Deze wordt bij het toevoegen van een nieuwe klant of leverancier vervolgens automatisch ingevuld. U kunt de standaard invulling van het veld altijd nog wijzigen als die voor deze klant of leverancier afwijkt.
Tip: Als u van een valuta zowel de inkoop- als de verkoopprijs wilt vastleggen, kunt u dit in de valutacode aangeven. U gebruikt dan één positie van de valutacode om het verschil te laten zien tussen inkoop en verkoop. Bijvoorbeeld: 'UDI' voor 'Dollars inkoop' en 'UDV' voor 'Dollars verkoop'.
Hier staat per hoeveel valuta-eenheden de koers geldt die in het veld Koers is ingevuld. Voor EMU-valuta moet dit aantal op '1' staan.
De valuta die achter dit veld staat (bijvoorbeeld 'euro'), wordt ingesteld in het scherm Basisgegevensop het tabblad Instellingen, veld Koerstabelvaluta. Voor landen die deelnemen aan de euro moet de koerstabelvaluta zijn ingesteld op 'Euro'.
Voorbeeld
0,95 United States Dollar is 1 euro waard. U vult in:
Per 1 januari 1999 staan de koersen van de deelnemende Europese valuta vast. Ze mogen niet meer gewijzigd worden. Daarom kunt u met behulp van het veld EMU-valuta deze koersen beveiligen. Als het veld EMU-valuta is geactiveerd, kunnen de velden Koers en Per niet gewijzigd worden.
N.B.: Als het veld EMU-valuta wordt gedeactiveerd, kan de koers weer worden aangepast.
Dit veld is van belang als u werkt met Ketenintegratie. Ketenintegratie vereist dat de valuta's volgens de ISO-norm zijn vastgelegd. U stelt in dit veld in welke ISO-valutacode bij de geselecteerde valuta hoort.
Als u dit veld activeert, dan verschijnt de geselecteerde valuta niet meer in de defaultselectie van valuta's. U kunt de vervallen valuta's wel zien als u kiest voor de preset Vervallen valuta's.
Tip: Wilt u ervoor zorgen dat vervallen valuta's niet meer gekozen kunnen worden op orders en dergelijke, beperk dan de rechten voor de preset Vervallen valuta's, zodat werknemers alleen de geldige valuta's zien.