In het Gantt-diagram ziet u de fasering en planning van bewerkingen en kunt u deze grafisch plannen.
Met een preset geeft u aan welke gegevens het grafische overzicht moet tonen. Voorbeelden van standaardpresets zijn:
Default selectie: geplande bewerkingen per capaciteitsgroep
Productiedossiers: geplande bewerkingen per productieorder
Manplanning: geplande bewerkingen die een personeelslid moet uitvoeren.
Voor het juiste overzicht dient de eerste kolom overeen te komen met de gekozen preset. Bij het eerste gebruik van de preset dient u zelf de juiste kolom vooraan te zetten; Isah onthoudt deze instellingen voor de volgende keren.
Tip: Open samen met het Bewerkingsplanbord ook het Capaciteitsoverzicht (menu Info) om inzicht in de totale bezetting per capaciteitsgroep te krijgen. Beide schermen worden zo aan elkaar gekoppeld, wat de volgende voordelen biedt:
- Bij het aanpassen van een schaal in een scherm, wordt de schaal in het andere scherm ook aangepast.
- Bij het scrollen in de tijd in een scherm, scrolt het andere scherm mee.
- Bij het herplannen van bewerkingen wordt het capaciteitsoverzicht direct ververst.
De gegevens worden getoond over de periode die in de werkbalk Periode is aangegeven. Kies een datumselectie en een schaal die u overzichtelijk vindt, bijvoorbeeld Maand / Dag of Maand / Week.
Alleen de bewerkingen voor capaciteitsgroepen en bewerkingen voor personeelsleden waarvoor is aangegeven dat ze zichtbaar moeten zijn in het scherm Bewerkingsplanbord,worden getoond. Daarvoor activeert u het veld Zichtbaar op bewerkingsplanbord in:
Van een bewerking worden onder andere de volgende gegevens getoond:
de geplande tijd van start- tot einddatum
de relatie tussen de bewerkingen. De opvolgrelaties zijn zichtbaar als de instellingen Toon opvolgers (menu Beeld, Instellingen Gantt-diagram) en Vouw alle samengestelde regels uit zijn geactiveerd (pictogram in de werkbalk Planbord).
Voor het tekenen van de balken wordt gebruikgemaakt van het volgende zoekpad voor grafische instellingen:
de instellingen van de bewerkingsstatus, tabblad Algemeen, Instellingen grafisch.
U kunt bewerkingen verplaatsen in de tijd, verkorten en verlengen. Ook kunt u de bewerkingen gereedmelden. Het is niet mogelijk om bewerkingen toe te voegen of te verwijderen. Als u de planning grafisch aangepast heeft, kunt u de planning opnieuw laten doorrekenen.
Tip: In het scherm Bewerkingsplanbord worden standaard niet-gereedgemelde bewerkingen van niet-gereedgemelde productiedossiers getoond. Maak een nieuwe preset aan als u ook gereedgemelde bewerkingen wilt zien.
Het Gantt-diagram kunt u naar eigen inzicht inrichten en aanpassen met de muis of met pictogrammen. Met de muis kunt u snel de meest voorkomende handelingen in het Gantt-diagram uitvoeren. De instellingen die u aanpast, worden per gebruiker opgeslagen. Hieronder ziet u welke mogelijkheden u heeft binnen het Gantt-diagram. Deze verschillen per scherm; het overzicht geeft aan wanneer de functies aanwezig zijn.
De tijdschaal kunt u kiezen door een schaal in de taakbalk te selecteren of met de pictogrammen en de mate van detail te vergroten of te verkleinen. In de keuzelijst kunt u de gewenste tijdschaal selecteren. Instellingen voor de weergave van de kalender, zoals de opmaak en kolombreedte, zijn per schaal instelbaar. Aanpassingen aan die instellingen worden automatisch bij de schaal opgeslagen.
Met het pictogram drukt u het Gantt-diagram af. Wilt u daarbij kop- of voetteksten afdrukken, dan kunt u dat instellen met het menu Beeld, Instellingen Gantt-diagram, Eigenschappen, tabblad Kop- en voetteksten.
Als u een projectregel in het Gantt-diagram zichtbaar wilt maken, selecteert u de desbetreffende regel in de projectboom. Met het pictogram positioneert u de geselecteerde regel in beeld met de startdatum aan de linkerzijde van het Gantt-diagram.
Deze functie is ook beschikbaar bij productiedossiers en bewerkingen. Bij productiedossiers en bewerkingen worden regels echter automatisch gepositioneerd. Bij projecten gebeurt dat niet automatisch, omdat het bij grotere projecten met veel relaties moeilijk wordt om een relatie te volgen. Bij productiedossiers en bewerkingen is dit doorgaans minder van belang.
Met het datumveld kunt u instellen wat de eerste datum is die in het Gantt-diagram wordt getoond. De projectregels worden vanaf die datum grafisch weergegeven in het Gantt-diagram.
In het Gantt-diagram verplaatst, verlengt of verkort u balken om begin- en/of einddatum van een projectregel te wijzigen.
Balken kunt u in het diagram verslepen naar een eerder of later tijdstip.
Balken kunt u in het Gantt-diagram verlengen of verkorten. Dat kan alleen door de einddatum te vervroegen of later te maken. De startdatum kunt u in het Gantt-diagram niet wijzigen.
Bij projectregels geldt de voorwaarde dat het plantype 'Geschat' is. Projectregels met onderliggende regels of met een gekoppelde order geven een samenvatting weer van onderliggende of gekoppelde gegevens. Als u een wijziging wilt aanbrengen, dient u de onderliggende regel of gekoppelde order zelf aan te passen.
Met de rechtermuisknop past u de eigenschappen van het Gantt-diagram aan. De instellingen van tabblad Matrix in het scherm Eigenschappen Gantt-diagram gelden daarbij voor alle tijdschalen. De instellingen van de overige tabbladen gelden per schaal. Kies in het veld Datumopmaak de weergave van de datums.
Bij de tijdschaal die u in het Gantt-diagram heeft geselecteerd, geeft u in het veld Datumopmaak aan hoe de datum weergegeven moet worden in het Gantt-diagram. Dat kunt u bij de hoofdschaal en subschaal doen. Als u bijvoorbeeld de tijdschaal 'Week / Dag' selecteert, geeft u bij de hoofdschaal aan hoe de datumopmaak van de weken moet zijn en bij de subschaal de datumopmaak van de dagen. U kunt gebruikmaken van parameters waarbij automatisch een bepaalde waarde wordt ingevuld en van vrije tekst.
Parameters
Jaar
yy
Jaar in twee posities: 12, 13, etc.
yyyy
Jaar in vier posities: 2012, 2013, etc.
Maand
m
Maandnummer: 1, 2, etc.
mm
Maandnummer met voorloopnul om twee posities te vullen: 08, 09, 10, etc.
mmm
Maandnaam in drie tekens: jan, feb. etc.
mmmm
Volledige maandnaam: januari, februari, etc.
Week
x
Weeknummer: 1,2, etc.
xx
Weeknummer met voorloopnul om twee posities te vullen: 08, 09, 10, etc.
Dag
d
Dagnummer: 1, 2, etc.
dd
Dagnummer met voorloopnul om twee posities te vullen: 08, 09, 10, etc.
ddd
Dagnaam in twee tekens: ma, di, etc.
dddd
Volledige dagnaam: maandag, dinsdag, etc.
~
Eerste, kleine letter van de dag: m, d, etc.
$
Eerste hoofdletter van de dag: M, D, etc.
Vrije tekst
Het is mogelijk om tekst toe te voegen aan de hoofd- of subschaal in het Gantt-diagram en de tekst te combineren met de parameters. Voor de leesbaarheid kunt u leestekens toevoegen zoals streepjes en haakjes. Tekst zet u tussen enkele aanhalingstekens.
Voorbeeld
In het Gantt-diagram is de tijdschaal 'Week / Dag' geselecteerd. Hieronder ziet u hoe de waarden in het veld Datumopmaak van de hoofdschaal en de subschaal worden weergegeven in het Gantt-diagram.
Elke regel met onderliggende niveaus kunt u afzonderlijk uitvouwen of samenvouwen, maar u kunt dat ook voor meerdere regels tegelijk doen. Gebruik de + en - pictogrammen om de regels en onderliggende regels te openen of te sluiten.
Bij een uitgevouwen project of productiedossier worden de verschillende regels onder elkaar getoond. Bij een uitgevouwen regel wordt alleen informatie van de betreffende regel zelf getoond. Wilt u voor een goed overzicht de regels liever naast elkaar zien, dan klikt u op het pictogram . Zo kunt u een groot project met deelprojecten of een productiedossierboom in zijn geheel zien op detailniveau. Deze mogelijkheid is met name geschikt voor opeenvolgende regels. Overlappende regels worden namelijk over elkaar heen getekend wat het geheel minder overzichtelijk maakt.
Opvolgers maakt u aan door in het Gantt-diagram de voorganger op te pakken en naar de opvolger te slepen. De plaats van oppakken in combinatie met de plaats van loslaten bepaalt het soort relatie:
Tweede helft oppakken en op eerste helft loslaten: eind-start
Tweede helft oppakken en op tweede helft loslaten: eind-eind (alleen bij projecten)
Eerste helft oppakken en op eerste helft loslaten: start-start (alleen bij projecten).
De eerste helft oppakken en op tweede helft slepen is niet mogelijk. Opvolgerrelaties maakt u ongedaan door de handeling voor koppelen te herhalen.
Om een projectregel hoger of lager in de projectstructuur te plaatsen, gebruikt u pictogrammen.
Met het pictogram verlaagt u het niveau van de geselecteerde projectregel met één stap. Springt u één niveau in, dan wordt de projectregel onderdeel van de regel die boven de geselecteerde regel staat. Deze verandering wordt ook doorgevoerd in het veld Onderdeel van op het tabblad Algemeen. Als u de regel onderdeel van een andere regel dan de regel erboven wilt laten zijn, dan dient u de bovenliggende regel in het veld Onderdeel van op het tabblad Lijst of Algemeen in te vullen.
Met het pictogram verhoogt u het niveau van de geselecteerde projectregel met één stap, zodat de geselecteerde regel onderdeel wordt van de eerste projectregel erboven die één niveau hoger staat dan de geselecteerde regel. Deze verandering wordt ook doorgevoerd in het veld Onderdeel van op het tabblad Algemeen. Als u de regel onderdeel van een andere regel dan de regel erboven wilt laten zijn, dan dient u de bovenliggende regel in het veld Onderdeel van op het tabblad Lijst of Algemeen in te vullen.