Dit is de omschrijving die in het boekjaar wordt gebruikt. Voor elk bedrijf of boekjaar kan deze verschillend zijn.

De instelling bepaalt of een grootboekrekening behoort tot de balans of de winst-en-verliesrekening. Balansrekeningen maakt u aan voor schulden en bezittingen; winst-en-verliesrekeningen maakt u aan voor opbrengsten zoals omzet en kosten zoals salarissen.

Als de grootboekrekening van het type 'verzamelrekening' is, kunt u hier aangeven om welke verzamelrekening het gaat.

Het is mogelijk om naast de basisvaluta voor de grootboekrekening een andere valutacode te gebruiken. De bedragen die op de grootboekrekening worden geboekt, worden dan zowel in de basisvaluta als in deze valuta weergegeven.

Hiermee blokkeert u de grootboekrekening voor handmatige boekingen. Is het veld geactiveerd, dan zijn alleen boekingen door automatische aangemaakte journaalposten mogelijk.

Hiermee blokkeert u de grootboekrekening voor alle boekingen.

Als u dit veld activeert, geeft u aan dat de grootboekrekening niet meer in gebruik is. Aan het scherm Grootboek (Basisgegevens) kunt u de kolom Vervallen toevoegen zodat u kunt sorteren op de vervallen grootboekrekeningen.

Bij het aanmaken van een nieuw bedrijf/boekjaar worden vervallen grootboekrekeningen niet overgenomen van het voorgaande bedrijf/boekjaar.

U activeert dit veld als u bedragen op de grootboekrekening wilt kunnen afletteren.

Deze instelling bepaalt of de grootboekrekening aan de debet- of creditzijde in rapportages staat.