Er zijn twee soorten kenmerken: configuratiekenmerken en classificatiekenmerken. U gebruikt dit veld om op te geven of u het kenmerk wilt gebruiken als variabele (voor de configuratie) of als vast gegeven (voor de classificatie).

Als u kiest voor 'Configuratie (variabel)', dan vult u de waarde later in, tijdens het configureren. Kiest u voor 'Classificatie (vast)', dan kent u direct een vaste waarde toe.

Bij een configuratiekenmerk bepaalt het veld Type het soort antwoordmogelijkheden dat bij het configureren van een artikel in het scherm verschijnt. U kunt kiezen uit de volgende kenmerktypes:

Mogelijkheid:	Bij het configureren van het artikel verschijnt een lijst met keuzemogelijkheden. Deze mogelijkheden worden gehaald uit de gegevens onder de knop Mogelijkheden bij het desbetreffende kenmerk.
Mogelijkheid + vrije invoer:	Bij het configureren van het artikel verschijnt een lijst met keuzemogelijkheden, maar er kan ook een vrije keuze worden ingetypt.
Script:	Voor dit kenmerk voert u op het tabblad Mogelijkheidsscript een script in waarin de verschillende mogelijkheden voor het kenmerk gedefinieerd worden.
Script + vrije invoer:	Bij het configureren van een artikel kunt u voor dit kenmerk niet alleen een script uitvoeren, maar ook zelf een mogelijkheid opgeven.
Vrije invoer:	Bij het configureren van een artikel kunt u voor dit kenmerk vrije mogelijkheden invoeren.

Bij een classificatiekenmerk zijn de instellingen 'Script' en 'Script + vrije invoer' niet beschikbaar, omdat deze kenmerktypes niet verenigbaar zijn met classificatie. Normaal gesproken kiest u bij een classificatiekenmerk voor het kenmerktype 'Vrije invoer'. Daarmee kunt u op het kenmerk zelf alle relevante informatie vastleggen zonder onderliggende mogelijkheden vast te hoeven leggen.

Dit veld hangt samen met het veld Kenmerktype.

Het kenmerktype bepaalt het soort antwoordmogelijkheden dat bij het configureren van een artikel in het scherm verschijnt. Bij het veldtype kunt u het soort antwoordmogelijkheden verder verfijnen. Als u bijvoorbeeld bij het kenmerktype heeft gekozen voor 'Vrije invoer', dan kunt u bij het veldtype onder meer kiezen voor 'Alfanumeriek', 'Numeriek' of 'Datum'.

Bij een classificatiekenmerk hangt het veldtype af van het doel van het kenmerk. Zo zal een kenmerk 'Houdbaar tot' normaal gesproken als veldtype een 'Datum' hebben. Het kenmerk 'Motorvermogen' zal als veldtype 'Numeriek' hebben, bijvoorbeeld de waarde '1500', met als eenheid 'Watt'. Het veldtype 'Alfanumeriek' is toepasbaar bij een kenmerk zoals 'Verpakking' met als waarde 'In krat'. Een voorbeeld van het veldtype 'Boolean' is het kenmerk 'Bruikbaar onder water?'. Dit kenmerk kan de waarde 'Ja' of 'Nee' bevatten.

Dit veld kan alleen worden ingevuld als bij het kenmerktype is gekozen voor 'Vrije invoer'.

Met behulp van een masker kunt u de mogelijke invullingen van een veld beperken. U kunt bijvoorbeeld bepalen dat de waarde die in een bepaald veld wordt ingevuld, moet bestaan uit vier cijfers, een spatie en twee letters (postcode).

Als u bij het kenmerktype heeft gekozen voor 'Mogelijkheid' of 'Mogelijkheid + vrije invoer', dan kunt u hier voor het kenmerk een voorkeursmogelijkheid opgeven.

Als u bij het veldtype heeft gekozen voor 'Boolean', dan kunt u hier een voorkeursinstelling selecteren. Zo kunt u tijdens het configureren van een artikel voor dit kenmerk een afvinkveld als default leeg laten of juist activeren.

Voorbeeld

Als u bij het kenmerk 'Autoradio' kiest voor het veldtype 'Boolean' en het veld Boolean is ingesteld op 'Nee', dan is tijdens een configuratie de vraag 'Autoradio inbouwen?' standaard niet geactiveerd.

Als u bij het veldtype heeft gekozen voor 'Numeriek', dan kunt u hier een voorkeursinstelling voor een numerieke waarde opgeven.

Als u bij het veldtype heeft gekozen voor 'Datum', dan kunt u hier een voorkeursdatum opgeven.

Als u bij het veldtype heeft gekozen voor 'Alfanumeriek', dan kunt u hier een voorkeursinstelling voor een alfanumerieke waarde opgeven.

Hier staat de prijs die aan het kenmerk verbonden is. Als de prijs verschilt per mogelijkheid, dan laat u dit veld leeg en vult u de prijs per mogelijkheid in onder de knop Mogelijkheden.

Indien nodig kunt u hier de juiste maateenheid aangeven. Afwijkende maateenheden registreert u in het scherm Kenmerkeenheden.

Hier geeft u aan bij welke functie u het kenmerk gaat gebruiken: in de verkoopconfigurator, de productieconfigurator of in de module Objecten.