Een preset wordt gemaakt voor gebruik in een bepaald scherm. U geeft dat scherm hier aan.

Elke preset heeft een programmacode. Dit maakt het mogelijk om aan de preset rechten toe te kennen.

Standaard heeft de preset dezelfde programmacode als het scherm waarvoor de preset is gemaakt. Dit betekent dat de gebruiker automatisch dezelfde rechten heeft voor de preset als voor het scherm waarbij de preset hoort.

Let op: Leesrechten op een programmacode voor een preset zijn voldoende om een preset te kunnen gebruiken.

Voorbeeld

Zowel de afdeling Verkoop als de afdeling Service hebben gegevens nodig uit het scherm Verkooporders. Als de servicemedewerkers alleen de serviceorders mogen zien en de verkoopmedewerkers alleen de verkooporders, dan kunt u voor het scherm twee presets opgeven (twee regels aanmaken) en de ene afdeling rechten geven voor de programmacode van de ene preset en de andere afdeling voor de andere. Er zijn dan in het scherm Presets twee regels met dezelfde programmacode voor het scherm verkooporders (700000), maar met elk een andere programmacode voor de preset. Mogen beide afdelingen allebei de presets gebruiken, dan is de programmacode van het scherm gelijk aan de programmacode van de preset.

De presetcode moet numeriek zijn en hoger dan 10.000. Presetcodes onder de 10.000 zijn gereserveerd door Isah.

Isah toont de omschrijving van de preset in de keuzelijst met presets van het scherm waarbij de preset hoort.

U activeert dit veld als op het tabblad SQL een stored procedure staat. U kunt het veld Stored procedure gebruiken bij het bepalen van de kolom waarop is gesorteerd en om deze vervolgens te selecteren in het sorteerveld op het scherm.

Wanneer het veld Stored procedure is geactiveerd, gaat Isah ervan uit dat de resultaatset gesorteerd is op de eerste kolom. Deze wordt dus automatisch geselecteerd in het sorteerveld.

Wanneer het veld Stored procedure leeg is, gaat Isah ervan uit dat de resultaatset gesorteerd is volgens de ORDER BY-component uit het dynamic SQL-statement. Deze ORDER BY-component wordt bepaald en automatisch geselecteerd in het sorteerveld. Indien het SQL-statement geen ORDER BY-component bevat, gaat Isah ervan uit dat de resultaatset gesorteerd moet worden op de eerste kolom.

Voorbeeld 1

Isah haalt via een stored procedure een resultaatset op en het veld Stored procedure is leeg of geactiveerd:

SQL-statement:

Select A, B

In dit geval zal de resultaatset gesorteerd worden op A, want dit is de eerste kolom in de resultaatset. In het sorteerveld zal 'A' getoond worden als waarde waarop gesorteerd is.

Voorbeeld 2

Isah haalt via een dynamic SQL-statement een resultaatset op en het veld Stored procedure is leeg:

SQL-statement:

Select A, B

Order by B

In dit geval zal de resultaatset vanwege de ORDER BY-component gesorteerd worden op B. In het sorteerveld zal 'B' getoond worden als waarde waarop gesorteerd is.

Voorbeeld 3

Isah haalt via een dynamic SQL-statement een resultaatset op en het veld Stored procedure is geactiveerd:

SQL-statement:

Select A, B

Order by B

In dit geval zal de resultaatset vanwege de ORDER BY-component gesorteerd worden op B. Omdat het veld Stored procedure is geactiveerd, zal in het sorteerveld 'A' getoond worden als waarde waarop gesorteerd is. A is immers de eerste kolom in de set.

Op ieder scherm in Isah waarvoor presets kunnen gelden, staat een keuzelijst met de geldige presets voor het desbetreffende scherm. Als u dit veld activeert, geeft u daarmee aan dat de huidige preset zichtbaar moet zijn in de keuzelijst van het scherm waarbij de preset hoort.

Als dit veld geactiveerd is, gaat het om een standaardpreset van Isah. U kunt deze standaardpresets niet wijzigen of verwijderen. U kunt het SQL-statement wel kopiëren, aanpassen en onder een nieuwe presetcode opslaan.

Tip: Indien de standaardpreset al de preset Dynamic SQL bevat, kunt u hieruit de verplichte velden afleiden. Dynamic SQL bevat dezelfde SQL-commando's als de stored procedure. Wanneer dit niet het geval is, kunt u IsahMonitor gebruiken om zaken als de gebruikte stored procedure te achterhalen.

Of een gebruiker de lijst van een preset mag exporteren of niet, is afhankelijk van de rechten van de gebruiker. Het exporteren van een lijst heeft een eigen programmacode (100009999). Gebruikers met rechten voor deze programmacode mogen elke lijst exporteren. De instelling in het veld Lijst exporteren toegestaan is dan niet van belang. Als een gebruiker geen rechten heeft voor programmacode 100009999, dan geeft u met het veld Lijst exporteren toegestaan per preset aan of de gebruiker de lijst mag exporteren.

Of een gebruiker van een preset een afdrukvoorbeeld mag maken of niet, is afhankelijk van de rechten van de gebruiker. Het maken van een afdrukvoorbeeld heeft een eigen programmacode (100009992). Gebruikers met rechten voor deze programmacode mogen van elke preset een afdrukvoorbeeld maken. De instelling in het veld Afdrukvoorbeeld toegestaan is dan niet van belang. Als een gebruiker geen rechten heeft voor programmacode 100009992, dan geeft u met het veld Afdrukvoorbeeld toegestaan per preset aan of de gebruiker een afdrukvoorbeeld mag maken.

Of een gebruiker van een preset een draaitabel mag maken of niet, is afhankelijk van de rechten van de gebruiker. Het maken van een draaitabel heeft een eigen programmacode (100009991). Gebruikers met rechten voor deze programmacode mogen van elke preset een draaitabel maken. De instelling in het veld Draaitabel toegestaan is dan niet van belang. Als een gebruiker geen rechten heeft voor programmacode 100009991, dan geeft u met het veld Draaitabel toegestaan per preset aan of de gebruiker een draaitabel mag maken.

De geavanceerde mogelijkheden per preset maken per preset enkele extra functies mogelijk, bijvoorbeeld het sorteren op meerdere kolommen en het groeperen. U geeft hier aan of deze functies voor de nieuwe preset altijd aan moeten staan of altijd uit. De mogelijkheid 'Afhankelijk instelling gebruiker' kijkt op het scherm waarvoor de preset geldt naar de instelling van het venster Geavanceerde mogelijkheden per preset. Dit venster is te vinden onder het menu Beeld en biedt de mogelijkheid om per preset op te geven of de gevanceerde functies aan moeten staan of uit.

Activeer de geavanceerde mogelijkheden per preset alleen als ze voor de preset werkelijk gebruikt gaan worden; het activeren van de functies kan het openen van de schermen namelijk vertragen.