Algemeen
Het type geeft de aard van de projectregel aan en de plaats ervan in de projectstructuur. De opbouw van een project bepaalt uit welke typen u kunt kiezen. Bij een projectregel van het type 'Deelproject' met onderliggende activiteiten, kunt u bijvoorbeeld het type alleen veranderen in 'Project', 'Deelproject' of 'Fase'.
het veld Onderdeel van laat zien van welk (deel)project of welke fase de projectregel deel uitmaakt. U ziet zowel het nummer als de omschrijving van de bovenliggende projectregel. U mag als bovenliggende projectregel alleen een regel selecteren van het type 'Project', 'Deelproject' of 'Fase'.
Dit veld toont bij welk project de projectregel hoort.
Het regelnummer en de regelcode worden samen gebruikt om de unieke positie van een projectregel binnen een project te bepalen. Hiermee worden het niveau en de volgorde van de projectregels bepaald. De combinatie regelnummer/regelcode vindt u terug in het veld Structuurcode.
Het regelnummer is het unieke nummer van de projectregel binnen de direct bovenliggende projectregel. Deze wordt automatisch toegekend (hoogste nummer + 10), maar u kunt het nummer wijzigen.
Een projectcode kunt u zelf invoeren. Het is raadzaam om te kiezen voor een unieke projectcode. Er wordt ook een waarschuwing getoond wanneer u een reeds bestaande code invoert, maar het is wel toegestaan om meerdere projecten met dezelfde code in te voeren.
Als u binnen een project projectregels gaat aanmaken, bijvoorbeeld activiteiten binnen een fase, dan verschijnt de regelcode van de fase in het veld Onderdeel van de activiteiten. Aangezien projectregels van het type 'kosten', 'mijlpaal' of 'activiteit' nooit onderliggende projectregels kunnen hebben, hoeft u bij die typen geen regelcode in te vullen.
U kunt in dit veld de plangroep opnemen waarvoor een schatting van de kosten gemaakt moet worden. U kunt ook plangroepregels aanmaken vanuit een project met de verwerking Aanmaken plangroepregels.
De plangroep kunt u alleen vullen indien de soort koppeling 'Niet van toepassing' is.
U kunt in dit veld aangeven om wat voor soort kosten het gaat:
Om ordergegevens in projecten zichtbaar te maken dient u één of meer koppelingen te maken tussen het project en de orderstructuur. Door orders of orderregels aan het project te koppelen heeft u binnen het project de beschikking over actuele orderinformatie over planning, gemaakte kosten en opbrengsten. Dat kunnen uiteenlopende koppelingen zijn: met verkooporders, verkoopregels, inkooporders, termijnfactuurregels, bewerkingen, etc. U kunt de orderinformatie op verschillende niveaus koppelen, afhankelijk van welke informatie u op dat niveau wilt zien. Zo zou u op projectniveau een verkooporder kunnen koppelen, zodat u een globaal overzicht krijgt van de financiële en planningsgegevens voor het hele project. Om inzicht te krijgen in gedetailleerde informatie kunt u dan bijvoorbeeld aan een fase diverse productiedossiers koppelen die bij de verkooporder horen en aan de activiteiten binnen een fase bewerkingen uit één van de productiedossiers. Om meer informatie te krijgen, kunt u vanuit de projectregel ook altijd de gekoppelde order(regel) zelf bekijken.
U kunt aan een projectregel meerdere orders of orderregels koppelen, maar ze moeten wel tot dezelfde soort orders of regels behoren, zodat de gegevens gesommeerd getoond kunnen worden in verschillende projectvelden. Verschillende productieorders aan een projectregel koppelen mag dus wel, maar een termijnfactuurregel en een verkoopregel samen niet.
Projectregels van het type 'Plangroep' kunnen geen koppelingen hebben. De soort koppeling is dan altijd 'Niet van toepassing' en kan niet worden gewijzigd.
Let op: Het is raadzaam om eerst één of meer verkooporders aan het project te koppelen voordat u overige aan de verkooporder gerelateerde orders koppelt. Aan het project moet een verkooporder gekoppeld zijn vanwege de financiële doorrekening. De verkooporder is namelijk financieel leidend.
Voorbeelden van koppelingen:
De eenvoudigste koppeling maakt u door alleen een relatie te leggen tussen een project en een verkooporder met productieorders. U heeft dan snel een overzicht van financiële en planningsgegevens.
Als u gedetailleerde voortgangsinformatie wilt zien, koppelt u een verkooporder aan het project en productieorders aan een fase.
Als u daarnaast kritische bewerkingen wilt kunnen volgen, dan koppelt u een verkooporder aan het project, productieorders aan een fase en de bewerkingen aan activiteiten binnen de fase.
Als u termijnfacturen in de tijd uit wilt zetten zodat u ze kunt volgen, kunt u ze koppelen aan mijlpalen. Zo kunt u bijhouden wanneer welke termijnen gefactureerd moeten worden.
Als u de levertijd van bestelde artikelen wilt kunnen bewaken, kunt u inkoopregels koppelen, bijvoorbeeld aan de mijlpaal 'Start productie'. Zo kunt u zien of belangrijke inkopen op tijd binnenkomen voor verwerking in de productie.
Om na te kunnen gaan of u op tijd kunt leveren, kunt u verzendregels koppelen, bijvoorbeeld aan de mijlpaal 'Toegezegde leverdatum'.
Planning en voortgang
Dit is de datum waarop het project(onderdeel) naar verwachting start. Als de startdatum is ingevoerd, wordt in het veld Wk automatisch het weeknummer zichtbaar dat bij de startdatum hoort. Hoe een wijziging van de startdatum van invloed is op de einddatum en doorlooptijd, bepaalt u met de Projectinstellingen.
De datum kan verschuiven door een wijziging in de planning. U kunt de datum desgewenst ook handmatig aanpassen. Als plantype 'Geschat' is geselecteerd, dan wordt in de berekening van de planning uitgegaan van de geschatte startdatum.
Als het plantype 'Berekend uit onderliggende projectregel(s)' is geselecteerd, dan wordt in de berekening van de planning uitgegaan van deze startdatum.
Als plantype 'Berekend volgens gekoppelde orderinformatie' is geselecteerd, dan wordt in de berekening van de planning uitgegaan van deze startdatum.
Let op: U schakelt het veld Vast in om te voorkomen dat een startdatum verschuift als de planning wijzigt. U kunt de start- en eindtijden echter zelf wel wijzigen zonder het veld Vast uit te schakelen.
Dit is de datum waarop het project(onderdeel) naar verwachting eindigt. Als de einddatum is ingevoerd, wordt in het veld Wk automatisch het weeknummer zichtbaar dat bij de einddatum hoort. Hoe een wijziging van de einddatum van invloed is op de startdatum en doorlooptijd, bepaalt u met de Projectinstellingen.
De datum kan verschuiven door een wijziging in de planning. U kunt de datum desgewenst ook handmatig aanpassen. Als plantype 'Geschat' is geselecteerd, dan wordt in de berekening van de planning uitgegaan van de geschatte einddatum.
Als het plantype 'Berekend uit onderliggende projectregel(s)' is geselecteerd, dan wordt in de berekening van de planning uitgegaan van deze einddatum.
Als plantype 'Berekend volgens gekoppelde orderinformatie' is geselecteerd, dan wordt in de berekening van de planning uitgegaan van deze einddatum.
Let op: U schakelt het veld Vast in om te voorkomen dat een einddatum verschuift als de planning wijzigt. U kunt de start- en eindtijden echter zelf wel wijzigen zonder het veld Vast uit te schakelen.
Dit is de doorlooptijd van de projectregel. Hoe een wijziging van de doorlooptijd van invloed is op de startdatum en de einddatum, bepaalt u met de Projectinstellingen.
Let op: De doorlooptijd van een mijlpaal is altijd 0 dagen.
Dit veld is nog niet functioneel.
Met het plantype bepaalt u met welke data gerekend moet worden in een project. U geeft aan of in de bovenliggende projectregel gerekend moet worden met de geschatte startdatum, einddatum of doorlooptijd, de data uit de onderliggende projectregels of de data uit de gekoppelde order. Ook bepaalt het plantype welke informatie zichtbaar is in het Gantt-diagram.
Naarmate het project vordert en er meer details bekend zijn, kunt u een ander plantype kiezen om gebruik te kunnen maken van de betrouwbaarste gegevens op dat moment. Op deze wijze is het mogelijk om een project gefaseerd op te bouwen.
Het veld Plantype kan op de volgende manieren worden ingevuld:
De keuze voor één van de plantypes houdt in:
Het plantype 'Geschat' is bruikbaar bij de aanvang van het project als alleen nog maar een grove schatting gemaakt kan worden van de benodigde tijd of de te maken kosten. In dit stadium is de projectregel nog niet onderverdeeld in bijvoorbeeld activiteiten, deelprojecten, etc. of is de onderverdeling wel gemaakt, maar kunnen de tijd en kosten van deze onderdelen nog niet worden bepaald.
Het plantype 'Berekend uit onderliggende projectregel(s)' is bruikbaar als het project zich in het stadium bevindt dat de projectregel is onderverdeeld in activiteiten, deelprojecten, etc. en voor die onderdelen de benodigde tijd of de te maken kosten bepaald kunnen worden.
Het plantype 'Berekend uit onderliggende projectregels' kunt u alleen kiezen bij regels van het type 'Project', 'Deelproject' of 'Fase'.
Het plantype 'Berekend volgens gekoppelde orderinformatie' is bruikbaar als er orderinformatie zoals verzenddata beschikbaar is.
Dit veld toont de status van de projectregel. Per status dient u gebruik te maken van een statustype die de voortgang van de regel weergeeft. De verschillende statustypen zijn: 'Offerte', 'Order', 'Nacalculatie' en 'Historie'. '
In tegenstelling tot de statustypes in de inkoop-, verkoop-, en productieorders, is het projectstatustype alleen informatief.
Per status kunt u instellen welke arcering en kleur projectregels moeten krijgen in het Gantt-diagram (de vorm wordt bepaald door de projectinstellingen).
De handmatig ingevoerde waarde is een schatting van het gedeelte van het project dat is gerealiseerd.
De waarde in het veld % geeft aan welk percentage van het project reeds is gerealiseerd. Het veld wordt gevuld als er een order aan de projectregel of aan een bovenliggende projectregel is gekoppeld. Welke waarde wordt ingevuld, is afhankelijk van welke soort order aan de regel gekoppeld is.
De bewaakdatum is een informatief veld waarmee u bijvoorbeeld kunt aangeven wanneer de voortgang gecontroleerd moet worden.
Dit is een informatief veld waarin u bijvoorbeeld de datum opgeeft waarop het project uiterlijk afgerond moet zijn.
U activeert het veld Gereed om aan te geven dat de projectregel is afgerond. Daarnaast kunt u de datum opgeven waarop een project gereed is gekomen.
De gereedmelding is een belangrijke status van een project. U kunt van een projectregel die als 'Gereed' is gemarkeerd, geen velden meer wijzigen behalve een aantal informatieve velden zoals het veld Gereed zelf, de omschrijvingen, memo en teksten. U kunt projectregels die als 'Gereed' zijn gemarkeerd, ook niet meer verslepen in het Gantt-diagram. Deze regels worden ook niet herpland als ze opvolgers zijn van een andere regel.
De volgende verwerkingen zijn niet meer toegestaan wanneer een regel als 'Gereed' is gemarkeerd:
Gebruik dit informatieve veld om een prioriteit toe te kennen aan de projectregel.
Dit veld is ingeschakeld zodra u de verwerking Knelpunten bepalen heeft uitgevoerd en in het betreffende project een knelpunt is geconstateerd. Een knelpunt wordt daarbij gedefinieerd als een verschil tussen de geschatte start- en/of einddatum van een projectregel en de start- en/of einddatum van de gekoppelde orderinformatie.
U kunt dit veld echter ook handmatig activeren of leegmaken.
Alleen als dit veld is geactiveerd, wordt de projectregel in het Gantt-diagram getoond. Standaard is het veld geactiveerd voor regels van het type 'Project', 'Deelproject', 'Fase', 'Activiteit' en 'Mijlpaal'. Voor de regels van het type 'Kosten/opbrengsten' is het veld standaard leeg. U kunt ook zelf het veld activeren of leegmaken om het overzicht over de projecten te kunnen bewaren. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om alleen belangrijke projecten of (deel)projecten en fases te laten zien in het Gantt-diagram.