Als de gekozen output van de documenten ‘E-mail’ is, dan kunt u op het tabblad E-mail alle gegevens voor het versturen van de mail invoeren. U geeft de afzender op, de personen die de mail zouden moeten ontvangen gespecificeerd naar functie en de inhoud van de mail.
Velden
De e-mailadressen van ontvangers die u geselecteerd heeft of handmatig heeft ingevoerd, worden in het scherm Verzenden documenten getoond zoals ze in de e-mail worden gezet: de hoofdontvangers in het veld ‘Aan’, de overige ontvangers die een kopie van de mail moeten ontvangen in de velden CC of BCC.
Onder het kopje Afzender geeft u aan wat de standaardafzender van de te verzenden e-mail moet zijn. In het scherm Verzenden documenten kunt u daarvan afwijken. U heeft de keuze uit:
In de velden Onderwerp en Tekst kunt een vooraf gedefinieerde tekst selecteren. In het scherm Verzenden documenten worden deze teksten voorgesteld als onderwerp en inhoud van de te verzenden mail. U kunt de tekst daar nog wijzigen.
Tip: U kunt het onderwerp en de tekst specifiek maken door het gebruik van tijdelijke aanduidingen (placeholders) in de basistekst. Zo kunt u bijvoorbeeld de naam van de ontvanger en de ordercode in de e-mailtekst verwerken.
N.B. Gebruik teksten die als tekstformaat 'HTML' of 'Tekst zonder opmaak' hebben. Het tekstformaat 'RTF' is bedoeld voor teksten op tabblad Teksten of tabblad Memo.
Voor verkoopdocumenten wordt nagegaan of de tekst aanwezig is in de taal van de klant, voor inkoopdocumenten of de tekst aanwezig is in de taal van de leverancier. Is die afwezig, dan wordt gecontroleerd of er een tekst beschikbaar is in de standaardtaal. Als ook die niet beschikbaar is, dan blijft het veld Inhoud leeg en wordt er geen standaardtekst opgenomen in de e-mail.
U kunt handmatig een tekst invoeren die in de mail wordt opgenomen.