U gebruikt het scherm Datasets om de datasets vast te leggen die u opneemt in datamodules. Datamodules gebruikt u voor FastReport-rapporten.
Isah-datasets hebben een naam die begint met een D; voor deze datasets is tevens het veld Systeemgegevens geactiveerd.
Voorbeeld
De dataset D1000_1PD1 bevat de volgende SQL-code:
Exec IP_rpt_R1000_PurDoc
@PurOrdFrom = :PurOrdFrom
, @PurOrdTo = :PurOrdTo
:PurOrdFrom
geeft weer hoe parameters in de SQL-code worden weergegeven.
Let op: Als een dataset wordt gebruikt in een master-detailrelatie (zie Datamodules), dan moet er een parameter worden aangewezen die de relatie tussen de datasets aangeeft. De naam van deze parameter moet overeenkomen met de naam van een veld uit de master-dataset.