ABC-codes gebruikt u om uw artikelen te classificeren aan de hand van de waarde (aantal of marge) van de voorraadtransacties. De reguliere ABC-classificatie is als volgt:
Het classificeren van uw artikelen volgens de ABC-analyse heeft als voordeel dat u de verschillende soorten artikelen op de meest efficiënte manier kunt benaderen. Zo kunt u ervoor kiezen van A-artikelen vaker de voorraad te tellen - zij kennen immers een groter verloop - en er hogere minimale voorraad voor in te stellen; zij bepalen een groot deel van uw omzet, en u wilt u dan ook niet zonder voorraad komen te zitten.
Voor het indelen van uw artikelen in A, B en C is de verwerking Bepalen ABC-code opgenomen in de module Artikelen.
Deze voorraad wordt binnen Isah niet apart benoemd, maar alle voorraad met de instellingen ‘Geblokkeerd voor uitgifte en expeditie’ en NIET ‘Beschikbaar voor bestelpuntmethode en MRP’ kan als 'Afkeur' beschouwd worden.
Een as-built-structuur toont hoe een object is opgebouwd uit andere objecten en/of artikelen. Het biedt een overzicht van de relaties van objecten op verschillende niveaus.
Dit is alle voorraad die niet geblokkeerd is, ofwel de som van alle huidige voorraadregels -/- de geblokkeerde voorraad -/- de afgekeurde voorraad.
Een besteladvies toont een overzicht van de artikelen, gereedschappen of externe bewerkingen die volgens Isah vanwege een behoefte (order of voorraad) besteld of geproduceerd zouden moeten worden. U kunt een besteladvies, eventueel na correctie of aanpassingen, vervolgens 'promoveren' tot een inkoopofferte, inkooporder of interne productieorder (alleen voor artikelen).
Het bestelniveau is opgebouwd uit het verwachte verbruik van het artikel en de minimumvoorraad die als 'veiligheidsvoorraad' dient. Het bestelniveau moet voldoende zijn om de tijd tot de volgende levering te kunnen overbruggen. Daarbij moet rekening worden gehouden met eventuele fluctuaties in het verwachte verbruik. Deze worden opgevangen door de minimumvoorraad.
Bij de de Bestelpuntmethode wordt de behoefte aan een artikel berekend door na te gaan wanneer de economische voorraad van het artikel een bepaald voorraadniveau (bestelniveau) bereikt. Wanneer er behoefte aan het artikel ontstaat (economische voorraad < bestelniveau), maakt Isah een besteladvies aan, zodat de economische voorraad minimaal weer op het bestelniveau komt.
Het besteladvies heeft de huidige datum als besteldatum; de ontvangstdatum is de huidige datum + de levertijd.
De periode waarvoor de behoefte wordt berekend, wordt bepaald door de Planningshorizon die is opgegeven bij het artikel of de T/m datum van de verwerking Aanmaken besteladviezen artikelen op voorraad.
U gebruikt de bestelpuntmethode voor voorraadartikelen waarvan de behoeftes door de voorraad worden gedekt. U geeft de voorraadbesturing van een artikel aan in het scherm Artikelen op het tabblad Logistiek.
Bij de Bestelpuntmethode tijdgefaseerd wordt de behoefte aan een artikel berekend door per week na te gaan wanneer de verwachte voorraad van het artikel een bepaald voorraadniveau (minimumvoorraad) bereikt. Wanneer er behoefte aan het artikel ontstaat (verwachte voorraad < minimum voorraad), maakt Isah een besteladvies aan, zodat de geplande voorraad minimaal weer op het minimumniveau komt.
Het besteladvies heeft als ontvangstdatum de maandag van de week waarin de behoefte valt; de besteldatum is de ontvangstdatum - de levertijd.
De periode waarvoor de behoefte wordt berekend, wordt bepaald door de Planningshorizon die is opgegeven bij het artikel of de T/m datum van de verwerking Aanmaken besteladviezen artikelen op voorraad.
U gebruikt de bestelpuntmethode tijdgefaseerd voor voorraadartikelen die u op basis van werkelijke behoeftes wilt aanvullen. U geeft de voorraadbesturing van een artikel aan in het scherm Artikelen op het tabblad Logistiek.
Artikelen gaan naar een bestemming; bestemmingen zijn plaatsen waar om artikelen gevraagd wordt. De mogelijke bestemmingen in Isah zijn:
Op 'bestemmingsplaatsen' kan worden aangegeven waar de benodigde artikelen vandaan komen: wat de herkomsten zijn. Dit wordt specificeren genoemd. Specificeren gebeurt altijd in aantallen (lengte, breedte, hoogte etc. worden overgenomen van de plaats van bestemming).
Een bestemming kan meerdere herkomsten hebben. De artikelen die in een bepaalde order verkocht worden, kunnen bijvoorbeeld deels uit de productie, deels uit de voorraad en deels uit de inkoop komen.
Met convergeren wordt bedoeld dat u onderdelen uit verschillende bewerkingen samen laat komen in één volgende bewerking (bijvoorbeeld: 4 poten en een zitting komen na gescheiden bewerkingen samen in de bewerking 'Monteren').
Elk FastReport-rapport wordt voorzien van een zogenaamde datamodule. Een datamodule bevat een of meer datasets. In een dataset wordt met SQL vastgelegd welke data uit de database wordt gehaald. In de SQL-code mag ook een stored procedure worden aangeroepen.
Een datamodule kan meerdere datasets bevatten. De datasets binnen een datamodule zijn onderling gerelateerd, waarbij verschillende vertakkingen van het type master-detail mogelijk zijn:
In een dataset wordt met SQL vastgelegd welke data uit de database wordt gehaald. In de SQL-code mag ook een stored procedure worden aangeroepen. Datasets worden opgenomen in datamodules:
De datamodules kunt u vervolgens gebruiken voor uw FastReport-rapporten.
Als u diensten zoals service en onderhoud in de module Artikelen registreert, dan kunt u ze op een offerte of order opnemen en zo aan een klant in rekening brengen. U kunt de samenstelling van een dienst in een calculatie opnemen, bijvoorbeeld voorrijkosten, reserveonderdelen en montage. Op de dienst kunnen ook uren worden geboekt in de module Urenverantwoording (bijvoorbeeld 'Montage-uren' bij uitlevering van een machine).
Of een artikel een dienst betreft, kunt u zien op het scherm Artikelen, tabblad Algemeen. Het veld Artikeltype staat dan ingesteld op 'Dienst'.
Met 'divergeren' wordt bedoeld dat u de onderdelen van één bewerking naar verschillende volgende bewerkingen laat gaan (bijvoorbeeld: van 10 gezaagde planken gaan 6 planken naar een bewerking 'Rood verven' en 4 planken naar een bewerking 'Geel verven').
U kunt aangeven dat een object onderdeel uitmaakt van een doelobject, zoals een motor onderdeel uitmaakt van een auto. Deze relatie is zichtbaar in de as-built-structuur.
Bedrijven die met hun import- of exportwaarde onder de vastgestelde drempelwaarde blijven, zijn vrijgesteld van het doen van een statistische opgave. De drempel wordt voor import en export afzonderlijk vastgesteld; het kunnen verschillende bedragen zijn. Een bedrijf dat op het gebied van import boven de vastgestelde drempelwaarde uitkomt, maar voor export niet, is alleen opgaveplichtig voor de import. Zie voor meer informatie en de actuele drempelwaarden www.cbs.nl.
Een dummy, bijvoorbeeld een dummy-artikel of een dummy-klant, bevat geen specifieke informatie en kan steeds voor een ander item gebruikt worden, bijvoorbeeld voor een ander artikel of een andere klant.
Als u bijvoorbeeld vaak artikelen produceert die u slechts één keer maakt, dan wilt u deze niet allemaal in de module Artikelen opnemen. U zou het overzicht dan namelijk al snel verliezen. U maakt in plaats daarvan één dummy-artikel aan dat u altijd gebruikt voor eenmalige artikelen. U neemt de dummy dus op op de offerte, de order of het productiedossier als een klant een eenmalig artikel aanvraagt. Elke keer kunt u bij de dummy andere informatie zetten: andere omschrijvingen, een andere calculatie etc. Wordt een dummy-artikel uiteindelijk toch een standaardproduct, dan kunt u er alsnog een eigen artikel voor aanmaken en de calculatie uit het productiedossier naar het nieuwe artikel kopiëren.
De economische voorraad betreft alle voorraadregels min de reserveringen en plus de ontvangsten: Huidige voorraad -/- Gereserveerd voor verkoop/productie + Geplande ontvangsten inkoop/productie.
Bij plannen heeft u de keuze om te plannen tegen oneindige of eindige capaciteit. Bij plannen tegen eindige capaciteit wordt rekening gehouden met bezetting van eerder geplande orders. De planning is accurater dan bij plannen tegen oneindige capaciteit. Een bewerking wordt ingepland op basis van de beschikbare capaciteit en het aantal uren te plannen per dag. Een dag met nog beschikbare capaciteit wordt opgevuld met dezelfde bewerking uit een andere order.
Entiteiten zijn belangrijke onderdelen van Isah waarvoor u een breed scala aan gegevens wilt vastleggen, bijvoorbeeld klanten, productiedossiers, artikelen, gereedschappen en verkooporders.
De magazijnbeheertechniek FIFO (First In, First Out) houdt in dat de oudste goederen het magazijn het eerst verlaten. Binnen Isah leidt het werken met FIFO als uitgiftevolgorde (scherm Artikelen, tabblad Logistiek) ertoe dat Isah bij inkopen op voorraad de voorraad per ontvangstdatum registreert.
Een artikel dat wordt opgenomen als functiestuklijst is meestal een optie die in meerdere eindproducten verwerkt kan worden. U kunt bijvoorbeeld denken aan een remsysteem voor een auto. Het remsysteem bestaat uit een aantal onderdelen en het kan in allerlei verschillende auto's worden geplaatst. Daarbij zijn de onderdelen van het remsysteem verspreid over de onderdelen van de auto: een gedeelte wordt opgenomen bij de wielen, een gedeelte in het chassis etc. Het remsysteem is dus als functie erg moeilijk los te zien van het eindproduct.
Om dergelijke functies toch apart te kunnen benaderen, neemt u ze in de module Artikelen op met hun eigen calculatie. Kiest een klant bij de bestelling van een auto voor dit remsysteem, dan verwerkt u de functiestuklijst ervan in de calculatie van de auto.
Of een artikel een functiestuklijst betreft, kunt u zien in de module Artikelen, scherm Artikelen, tabblad Algemeen. Het veld Artikeltype staat dan ingesteld op 'Functiestuklijst'.
N.B.: Een functiestuklijst is niet hetzelfde als een halffabrikaat: halffabrikaten zijn op zich losse onderdelen, maar een functie zoals een remsysteem is niet los van de uiteindelijke auto te bouwen.
Dit is de som van alle voorraadregels met de instellingen ‘Geblokkeerd voor uitgifte en expeditie’ en ‘Beschikbaar voor bestelpuntmethode en MRP’. Dit betreft voorraad die naar verwachting tijdelijk geblokkeerd is (bijvoorbeeld op een ontvangslocatie).
De Gecombineerde Nomenclatuur (GN) is onderdeel van de Europese douanewetgeving. Het uitgangspunt van de GN is dat alle goederen ter wereld onder een bepaalde code van de GN moeten kunnen worden ingedeeld.
Een overzicht van de goederencodes is opgenomen in IDEP.
GIP staat voor 'Gemiddelde inkoopprijs'. Zie tevens Voorraadwaardering.
Als u voor een artikel de voorraadwaarderingsmethode 'Gemiddelde inkoopprijs' gebruikt, wordt de prijs waartegen de voorraad wordt gewaardeerd, aangepast op ieder moment dat de gemiddelde inkoopprijs wordt berekend. De nieuwe gemiddelde inkoopprijs wordt dan de nieuwe voorraadverrekenprijs. Deze voorraadverrekenprijs is bij deze methode dus geen vaste prijs zoals bij de voorraadwaarderingsmethode 'Vaste verrekenprijs' (VVP).
Gecombineerde Nomenclatuur
De code van een artikel volgens de Gecombineerde Nomenclatuur (GN).
Artikelen komen altijd vanuit een herkomst; herkomsten zijn plaatsen waar artikelen worden aangeboden. De mogelijke herkomsten in Isah zijn:
Op 'herkomstplaatsen' kan worden aangegeven waar de artikelen naartoe moeten: wat de bestemmingen zijn. Dit wordt toewijzen genoemd. Toewijzen gebeurt altijd in aantallen (lengte, breedte, hoogte etc. worden direct overgenomen van de plaats van herkomst).
Een herkomst kan meerdere bestemmingen hebben. De artikelen die in een bepaalde productieorder worden gemaakt, kunnen bijvoorbeeld voor een gedeelte naar een verkooporder en voor een gedeelte naar de voorraad gestuurd worden.
Inkooporderregels zijn hierbij een uitzondering; inkooporderregels kunnen slechts één bestemming hebben.
Dit is de som van alle voorraadregels.
Intracommunautaire levering (ICL): uitvoer naar een EU-lidstaat.
Intracommunautaire verwerving (ICV): invoer uit een EU-lidstaat.
Een onderneming die de drempel ICV en/of de drempel ICL overschrijdt, is informatieplichtig. De informatieplichtige is verantwoordelijk voor de gegevens die aan het CBS worden geleverd, ook indien deze gegevens door een derde (de zogenaamde derde aangever, bijvoorbeeld een expediteur) aan het CBS worden toegezonden. De informatieplichtige wordt geïdentificeerd door zijn BTW-nummer.
Op 1 januari 1993 kwam de Interne Markt binnen de EU tot stand. Hierdoor vervielen de douaneformaliteiten voor de handel binnen de EU, en daarmee verviel ook de mogelijkheid om handelsstatistieken samen te stellen aan de hand van deze douaneformulieren. De behoefte aan statistische informatie over de handel tussen EU-landen bleef echter bestaan. Daarom is door de EU het zogenaamde Intrastat-stelsel in het leven geroepen. Ondernemers dienen hun handelsgegevens nu rechtstreeks door te geven aan de statistiekdiensten in de lidstaten. Voor Nederland is dat het CBS. Het doorgeven van de statistische informatie dient te gebeuren via de webapplicatie IDEP, dat door het CBS gratis verstrekt wordt.
Het Intrastat-stelsel omvat de gehele goederenhandel binnen de EU (= Intrahandel), met uitzondering van de douanegoederen. Gegevens over de handel met landen buiten de EU worden samengesteld aan de hand van douaneopgaves.
De Intrastat-regeling verplicht alle bedrijven in Nederland om gegevens met betrekking tot de in– of uitvoer van goederen binnen de EU door te geven aan het CBS, als het bedrag van in– of uitvoer een bepaalde drempelwaarde overschrijdt. Deze drempelwaarde vindt u op de website van het CBS: www.cbs.nl.
Koopdelen zijn artikelen die u bij een leverancier inkoopt. Koopdelen kunnen worden gebruikt als onderdeel van een halffabrikaat of eindproduct, maar ze kunnen ook direct of uit voorraad worden doorverkocht aan een klant. Een koopdeel verschijnt op het besteladvies als er te weinig voorraad van ligt of als het op order besteld moet worden.
Koopdelen kunnen overigens wel een calculatie bevatten, bijvoorbeeld als u zelf de engineering voor het artikel doet en zo aan uw leverancier voorschrijft hoe het gemaakt moet worden; dit is een tussenvorm tussen reguliere inkoop en uitbesteding.
Of een artikel een koopdeel betreft, kunt u zien op het scherm Artikelen, tabblad Algemeen. Het veld Artikeltype staat dan ingesteld op 'Koopdeel'.
Kosten zoals administratiekosten, transportkosten en stelkosten kunt u als artikel registreren in de module Artikelen. Deze 'kostenartikelen' kunt u vervolgens in een offerte of order opnemen en op deze manier aan een klant in rekening brengen.
Of een artikel een kostenartikel betreft, kunt u zien op het scherm Artikelen, tabblad Algemeen. Het veld Artikeltype staat dan ingesteld op 'Kosten'.
Kritische onderdelen zijn artikelen met een lange levertijd of productietijd. De kritische inkoopdelen of productie-onderdelen zijn benodigd, maar het is nog niet bekend in welk productiedossier ze verbruikt gaan worden. Wanneer dat wel bekend geworden is, kunt u de artikelen verplaatsen naar het uiteindelijke productiedossier.
Bij een lijnbewerking kunt u denken aan een machinecyclus die is opgebouwd uit meerdere bewerkingen die achtereenvolgens plaatsvinden. De bewerkingen die onderdeel uitmaken van een lijnbewerking geeft u op in het scherm Gegroepeerde bewerkingen.
De functie Locatie-OHW betreft de registratie van de opslag van op order ingekochte of geproduceerde artikelen. Deze goederen zijn niet bedoeld voor de voorraad, dus een aparte locatie is nodig. Dit is de 'locatie-OHW'.
Maakdelen zijn eindproducten of halffabrikaten die u zelf produceert en waarvan u de samenstelling in een productcalculatie kunt opnemen. Eindproducten kunt u via offertes en orders aan klanten aanbieden en verkopen. Halffabrikaten kunt u verwerken in een ander halffabrikaat of eindproduct, maar het is ook mogelijk om halffabrikaten direct aan een klant door te verkopen (bijvoorbeeld als reserveonderdeel). Maakdelen verschijnen op het besteladvies als er te weinig voorraad van ligt; het gaat dan om een besteladvies van het soort 'Productieorder' (omdat u ze zelf maakt).
Of een artikel een maakdeel betreft, kunt u zien op het scherm Artikelen, tabblad Algemeen. Het veld Artikeltype staat dan ingesteld op 'Maakdeel'.
MRP staat voor Materials Requirement Planning.
Wanneer u werkt volgens de methode MRP wordt de behoefte aan een artikel berekend tijdens de verwerking Uitvoeren MRP. Op basis van de klantorders en prognoses worden de daarvan afhankelijke artikelbehoeftes berekend. De werking van de methode MRP is nagenoeg gelijk aan die van de 'bestelpuntmethode tijdgefaseerd'. In plaats van de behoefte voor één artikel berekent MRP echter de behoefte voor meerdere artikelen uit verschillende artikelniveaus (halffabrikaten).
Zodra aan het artikel een behoefte ontstaat, verschijnt het op het besteladvies. Gaat het daarbij om een maakdeel dat in een productieorder gemaakt moet worden, dan wordt een productiedossier aangemaakt. Vervolgens wordt de calculatie van het artikel ingekopieerd, waarna ook deze calculatie wordt doorgerekend. De verwerking MRP gaat bij deze berekening door tot het laagste MRP-niveau.
U gebruikt de voorraadbesturingsmethode MRP bij voorkeur wanneer een artikel als halffabrikaat onderdeel uitmaakt van een groot aantal artikelen. MRP is de nauwkeurigste voorraadbesturingsmethode, omdat verschillende niveaus van de calculatie worden doorgerekend.
De navigatievenstergroepen van Isah bevinden zich linksonder in het hoofdmenu:
Met behulp van navigatievenstergroepen navigeert u snel naar gerelateerde schermen binnen een bepaald functiegebied. De navigatievenstergroep van het functiegebied CRM bevat bijvoorbeeld o.a. alle schermen over klanten, leveranciers en personeel. Dankzij de onderverdeling in navigatievenstergroepen opent u in één keer eenvoudig alle voor uw functiegebied belangrijke modules en schermen.
Sommige functiegebieden staan in een balk weergegeven, andere in knoppen op de werkbalk. Dit heeft te maken met de grootte van de vensters en het scherm. Als u met de muis de vensters groter of kleiner maakt, ziet u de knoppen naar de balken verspringen of vice versa.
Een object is een uniek exemplaar van een artikel waarop u service kunt verlenen. Maar een object kan ook een locatie zijn zoals een gebouw of een schip waarnaar u specifiek wilt kunnen verwijzen. Een object kan zelf ook weer bestaan uit objecten. Zo kunnen in een fabriek, verschillende machines staan met een motor. De hiërarchische relatie tussen de objecten fabriek, machines en motoren kan weergegeven worden in een as-built-structuur.
Bij plannen heeft u de keuze om te plannen tegen oneindige of eindige capaciteit. Oneindig plannen is geschikt voor een snelle grofplanning. Er wordt rekening gehouden met de beschikbare capaciteit en het aantal uren te plannen per dag voor de bewerking. Er kan echter overbezetting ontstaan omdat elke order wordt ingepland alsof er voor de bewerking nog geen andere orders ingepland zijn.
Opvolgers zijn bewerkingen of taken die afhankelijk zijn van een andere bewerking of taak. Ze zijn aan de bewerking of taak gekoppeld, zodat de voortgang van die bewerking of taak van invloed is op hun begin- en einddatum. Loopt de bewerking of taak uit, dan verschuiven de opvolgers automatisch mee in de tijd.
De term 'phantom' wordt gebruikt om bepaalde artikelregels aan te duiden, zogenaamde phantom-regels. Een phantom-regel is een regel die alleen ter informatie in een calculatie staat en die verder niets aanstuurt. Phantoms worden gebruikt als u de calculatie van een halffabrikaat wilt opnemen in de calculatie van het eindproduct waarin het verwerkt wordt, maar u wilt kunnen zien welke calculatieonderdelen bij het halffabrikaat horen en welke bij het eindproduct. De onderdelen van het halffabrikaat wijzen dan naar de phantom-regel, waarin alleen is aangegeven om welk halffabrikaat het gaat.
Met de instelling Phantom tonen bepaalt u of de phantom zichtbaar is in de calculatie.
Dit is de beschikbare voorraad, ofwel de som van alle voorraadregels met de instelling 'Beschikbaar voor bestelpuntmethode en MRP'.
Een preset geeft een bepaalde selectie van gegevens weer. Het is een voorgedefinieerd filter op het tabblad Lijst van verschillende schermen. Vaak kunt u in een scherm kiezen uit verschillende standaardpresets. U kunt per scherm zelf ook meerdere presets definiëren. Om zelf presets te maken is enige kennis van SQL vereist.
Een preset kunt u bijvoorbeeld gebruiken voor het scherm Artikelen in de module Artikelen. Dit scherm bevat doorgaans zeer veel records, terwijl u zelf misschien maar met een klein aantal artikelen te maken heeft. U kunt dan in een preset aangeven welke artikelen voor u van belang zijn. Deze preset kunt u aanroepen vanuit het scherm Artikelen, waarna alleen de artikelen verschijnen die aan de voorwaarden van uw preset voldoen.
De eerstvolgende keer dat u het scherm Artikelen start, laat Isah alleen de artikelen van de laatstgebruikte preset zien. Wilt u een andere selectie zien, dan selecteert u een andere preset.
Presets werken sneller dan filters. Filters werken namelijk op de client (het werkstation zelf) terwijl presets op de server worden afgehandeld. Bij filters worden alle data opgehaald van de server en vindt het filteren op de client plaats. Als u presets gebruikt, wordt er gefilterd op de server, en wordt alleen het gefilterde resultaat op het scherm weergegeven.
Let op: Voordat u gebruik kunt maken van standaardpresets, moeten per gebruiker of gebruikersgroep rechten toegekend zijn op de standaardpreset.
De productiemodules van Isah zijn de modules Voorcalculatie, Werkvoorbereiding, Planning, Productie en Nacalculatie.
Serviceorders zijn verkooporders met een afwijkende herkomst: ze ontstaan uit een servicecontract of een servicemelding.
Met Stamgegevens commissie kunt u verkoop via derden bijhouden en een bijbehorende beloningsstructuur vastleggen. U kunt bijvoorbeeld aangeven dat de agenten zoals tussenpersonen, dealers etc. een percentage van de omzet krijgen of een vast bedrag per order. In een verkooporder kunt u aangeven of de beloning al heeft plaatsgevonden.
Een stored procedure is een verzameling van voorgedefinieerde SQL-statements. Deze worden direct in de database uitgevoerd. Indien u de juiste rechten bezit, kunt u in een SQL-tool de stored procedure openen.
De SW-factor staat voor een vermenigvuldigingsfactor die in Isah gebruikt kan worden door sociale-werkvoorzieningsbedrijven (SW). Deze factor wordt gebruikt bij het omrekenen van de commerciële bewerkingstijden naar de tijden die gehanteerd worden voor de sociale werkvoorziening.
Een SW-bedrijf stelt in Isah offertes en voorcalculaties samen op basis van dezelfde man-, machine- en overheadtarieven als vrije bedrijven die soortgelijke diensten aanbieden. Ook worden dezelfde bewerkingsnormen (capaciteit en tijden) gehanteerd als bij vrije bedrijven (vrije bedrijfsnorm of VBN). Hierdoor is het artikelbestand van een SW-bedrijf wat betreft verkoopprijzen en productiekosten vergelijkbaar met dat van een vrij bedrijf.
Bij het invoeren van orders in Isah worden er echter vanwege de speciale personeelsbezetting van een sociale werkplaats in de productiecalculatie andere capaciteitsnormen en uurtarieven gehanteerd. In de regel betekent dit dat de uurtarieven vanwege subsidies en afwijkende loonschalen lager zijn, terwijl de bewerkingstijden langer worden en de capaciteit minder.
De SW-factor zorgt voor de omrekening van de bewerkingstijden, zodat deze aanpassingen niet met de hand in de productieorders doorgevoerd hoeven te worden.
In Isah is een time-bucket een periode van een week (maandag t/m zondag) die wordt toegepast bij MRP en Bestelpuntmethode tijdgefaseerd om de behoefte te bepalen. Geplande aanvullingen en behoeftes worden altijd in periodes van een week beschouwd.
Voorbeelden
Artikel zonder voorraad:
Rondom de voorraad worden in Isah diverse begrippen gebruikt. Voor alle definities geldt dat de voorraad de som is van de voorraadregels per artikel.
Huidige voorraad: |
alle voorraadregels |
Planvoorraad: |
alle voorraadregels met de instelling ‘Beschikbaar voor bestelpuntmethode en MRP’ |
Geblokkeerd: |
alle voorraadregels met de instellingen ‘Geblokkeerd voor Uitgifte en Expeditie’ en ‘Beschikbaar voor bestelpuntmethode en MRP’. Dit betreft voorraad die naar verwachting tijdelijk geblokkeerd is (bijvoorbeeld op een ontvangslocatie). |
Afkeur: |
Deze voorraad wordt binnen Isah niet apart benoemd, maar alle voorraad met de instellingen ‘Geblokkeerd voor uitgifte en expeditie’ en NIET ‘Beschikbaar voor bestelpuntmethode en MRP’ kan als afkeur beschouwd worden. |
Beschikbaar: |
Huidige voorraad -/- Geblokkeerd -/- ‘Afkeur’ |
Vrij beschikbaar: |
Planvoorraad -/- Geblokkeerd |
Vrije voorraad: |
Planvoorraad -/- Geblokkeerd -/- Gereserveerd voor verkoop/productie |
Economische voorraad: |
Huidige voorraad – Gereserveerd voor verkoop/productie + Geplande ontvangsten inkoop/productie |
In andere bewoordingen:
Huidige voorraad: |
alle voorraadregels |
Planvoorraad: |
alles dat beschikbaar is |
Beschikbaar: |
alles dat niet geblokkeerd is |
Vrij beschikbaar: |
alles dat beschikbaar en niet geblokkeerd is |
Vrije voorraad: |
alles dat beschikbaar en niet geblokkeerd is -/- reserveringen |
Economische voorraad: |
alle voorraadregels -/- reserveringen + ontvangsten (huidige datum) |
Geblokkeerd: |
alles dat geblokkeerd is |
Afkeur: |
alles dat geblokkeerd en niet beschikbaar is |
Ten slotte zijn er nog twee termen die van belang zijn voor de tijdgefaseerde voorraad, zoals van toepassing op MRP en de 'Bestelpuntmethode tijdgefaseerd':
Verwachte voorraad: |
Planvoorraad -/- reserveringen + ontvangsten |
Geplande voorraad |
Planvoorraad -/- reserveringen + ontvangsten + adviezen |
Het scherm Artikel voorraadoverzicht toont alle verschillende voorraden per artikel.
Schematisch overzicht
|
Voorraadregels |
Geplande ontvangsten inkoop/productie |
Geplande leveringen productie/verkoop |
|||
|
Beschikbaar |
Geblokkeerd |
||||
|
Ja |
Nee |
Nee |
Ja |
||
Huidige voorraad |
+ |
+ |
+ |
+ |
|
|
Planvoorraad |
+ |
|
+ |
+ |
|
|
Beschikbare voorraad |
+ |
+ |
+ |
|
|
|
Vrij beschikbare voorraad |
+ |
|
+ |
|
|
|
Vrije voorraad |
+ |
|
+ |
|
|
-/- |
Economische voorraad |
+ |
+ |
+ |
+ |
+ |
-/- |
Geblokkeerde voorraad |
+ |
+ |
|
+ |
|
|
Afgekeurde voorraad |
|
+ |
|
+ |
|
|
Voorraad wordt in Isah bijgehouden per artikel. Een voorraadregel heeft 7 kenmerken die de voorraad uniek identificeren:
De gemarkeerde velden (*) zijn verplicht.
De voorraaddatum geldt alleen als onderscheidend kenmerk indien een artikel FIFO als uitgiftevolgorde heeft.
Het toekennen van een object aan een voorraadregel maakt de voorraadregel uniek voor dat object. Voorraadkenmerken kunnen in dat geval wel gebruikt worden, maar spelen geen rol bij de selectie.
In Isah kunt u kiezen uit twee methodes om de voorraadwaardering bij te houden, namelijk via de vaste verrekenprijs (VVP) of via de gemiddelde inkoopprijs (GIP). Deze methodes kunt u voor verschillende artikelgroepen of artikelen naast elkaar gebruiken. De werkwijze daarbij is als volgt:
Let op: Als u de vaste verrekenprijs of de gemiddelde inkoopprijs van een artikel aanpast, heeft dat financiële gevolgen. Dit zijn namelijk de prijzen waarin de voorraadwaardering wordt vastgelegd.
Dit is de som van alle voorraadregels die beschikbaar en niet geblokkeerd zijn: de planvoorraad -/- de geblokkeerde voorraad.
De vrije voorraad is alles dat beschikbaar en niet geblokkeerd is -/- de gereserveerde voorraad.
VVP staat voor 'Vaste verrekenprijs'. Zie tevens Voorraadwaardering.
Als u voor een artikel de voorraadwaarderingsmethode 'Vaste verrekenprijs' gebruikt, gebruikt u op het tabblad Financieel van het scherm Artikelen in de module Artikelen het veld VVP/GIP om de vaste prijs op te geven waartegen de voorraad van het artikel moet worden gewaardeerd.
De VVP wordt gehanteerd om de voorraad af of bij te boeken als zich in de voorraad wijzigingen voordoen door:
Let op: Als Isah is gekoppeld aan een financieel pakket, wordt een journaalpost aangemaakt: