Als bij een bepaald relatiebeheertype altijd één of meer acties moeten worden uitgevoerd, dan legt u deze combinatie vast in het scherm Relatiebeheertypes-actietypes. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan een specifieke fout die is opgetreden en die altijd via een bepaald traject moet worden opgelost: de klant moet worden teruggebeld door de accountmanager en er moet altijd een aanvullende excuusbrief verstuurd worden.

Op het moment dat u een melding aanmaakt van een relatiebeheertype waaraan via het bestand Relatiebeheertypes-actietypes een of meer actietypes zijn gekoppeld, wordt automatisch de bijbehorende actie aangemaakt en gekoppeld aan de melding zodra u de melding doorvoert. Wilt u van de standaardactie afwijken, dan kunt u deze altijd wijzigen of verwijderen.

Voorbeeld