Bij de eenmalige prestatie hoort het BTW-tarief dat geldig is op het moment dat de prestatie wordt geleverd. Op goederen met BTW laag die voor 1 januari worden geleverd, is het BTW-tarief van 6% van toepassing en op leveringen na 1 januari het BTW-tarief van 9%.
De termijnfacturen verstuurt u met een BTW-tarief dat op het moment van versturen geldig is. Tijdens het aanmaken van de slotfactuur worden de termijnen gecrediteerd en moet het juiste BTW-tarief op de levering worden toegepast. Dat is dus het BTW-tarief dat geldig is op de leverdatum, de datum waarop de prestatie is geleverd.
Voorbeeld BTW verrekenen bij slottermijn bij eenmalige prestatie
Een verkooporder heeft een orderwaarde van € 1000,-. Afgesproken is dat de order wordt gefactureerd in twee termijnen en een slotfactuur. Tussen de eerste en de tweede termijn verandert het BTW laag tarief van 6% naar 9%. De order heeft de volgende kenmerken:
1-12-2018 |
Verkooporder met één verkoopregel met artikel X, verkoopwaarde € 1000,- |
1-12-2018 |
1e Termijnfactuur 200,- 6% BTW (20% aanbetaling) |
1-1-2019 |
Wettelijke verhoging BTW-tarief hoog van 6% naar 9% |
1-3-2019 |
2e Termijnfactuur 200,- 9% BTW (20% aanbetaling) |
31-3-2019 |
Levering en aanmaak slotfactuur |
In het factuuradvies (module Facturering, map Mutatiebestanden, scherm Factuuradviezen) wordt een BTW-code financieel toegepast waaraan een BTW-tarief van 9% is gekoppeld. Op het moment van leveren geldt de 9% BTW laag. Voor de eerste termijn moet alsnog het BTW-tarief van 9% worden berekend. De slotfactuur ziet er als volgt uit:
Artikel X |
€ |
1.000,00 |
9% |
|
|
90 |
J |
Correctie 1e termijn |
€ |
-200,00 |
6% |
|
|
-12 |
L |
Correctie 2e termijn |
€ |
-200,00 |
9% |
|
|
-18 |
J |
Netto |
€ |
600,00 |
|
|
|
|
|
BTW |
€ |
72,00 |
9% |
€ |
800,00 |
|
|
BTW |
€ |
-12,00 |
6% |
€ |
-200,00 |
|
|
Totaal |
€ |
660,00 |
|
|
|
|