Meldingen

In het scherm Meldingen ziet u (een selectie van) de meldingen die in Isah aanwezig zijn. Een melding kan bijvoorbeeld een klacht of een vraag zijn. Aan een melding koppelt u gerelateerde gegevens (entiteiten) zoals de klant die de melding heeft doorgegeven, een betrokken leverancier, personeelsleden, een verkooporder, de verkoopfactuur waarover de klacht gaat, etc. Ook kunt u een actie koppelen aan de melding, bijvoorbeeld het oplossen van een storing. Het is mogelijk om de melding aan een gerelateerde melding te koppelen.

Onderaan het scherm ziet u in een deelvenster alle entiteiten die aan de melding zijn gekoppeld. Zo kan de verantwoordelijke medewerker direct beschikken over de juiste bijbehorende gegevens.

Scherm Meldingen openen buiten module Relatiebeheer

Opent u het scherm Meldingen vanuit de entiteit zelf, dan ziet u alle meldingen die aan de entiteit gekoppeld zijn. Dat kan met de knop Relatiebeheer of met het menu Ga naar, Relatiebeheer. U kunt bijvoorbeeld in het scherm Klanten een klant selecteren en alle meldingen bekijken die bij die klant horen.

Acties koppelen aan een melding

Met in het deelvenster onderaan het scherm koppelt u een actie aan de melding. De gekoppelde actie wordt weergegeven in het deelvenster.

Entiteiten koppelen aan een melding

1. Selecteer de melding waaraan u een entiteit wilt koppelen.
2. Klik onderaan het scherm in het deelvenster op en selecteer in de lijst de entiteit die u aan de melding wilt koppelen, bijvoorbeeld 'klant'. Als u dezelfde entiteit wilt gebruiken als de vorige keer, klikt u alleen op het pictogram van de laatst gekozen entiteit, links naast . In de lijst staan alleen entiteiten waarvoor u rechten heeft.
3. Selecteer de gewenste entiteit in het invoerscherm en vul velden in als dat van toepassing is. Bij het invoeren van een klant kunt u bijvoorbeeld een adres opgeven als de melding over een specifieke vestiging gaat (zie ook 'Scherm Koppeling tussen melding en entiteit'). De entiteit is nu opgenomen in het deelvenster met gekoppelde entiteiten.

Scherm Koppeling tussen melding en entiteit

N.B. Selecteert u in de lijst met entiteiten 'verkoopofferte' of 'verkooporder', dan bepaalt de aanwezigheid van de verkoopordercode van het gekozen verkoopdossier het type van de gekoppelde entiteit. Als u de entiteit 'verkoopofferte' selecteert, maar vervolgens een verkooporder met een verkoopordercode kiest voor de koppeling met de melding, wijzigt automatisch het type in 'verkooporder'. Daarnaast kan het voorkomen dat een gekoppelde verkoopofferte op een gegeven moment omgezet wordt in een verkooporder. Automatisch wordt het type van de gekoppelde entiteit dan omgezet in 'verkooporder'.

Let op: Een gebruiker die meldingen moet kunnen koppelen aan een entiteit, moet minimaal raadpleegrechten hebben voor het scherm van de entiteit zelf, minimaal toevoegrechten voor de relatiebeheerprogrammacode van de entiteit en minimaal raadpleegrechten voor een preset in het scherm waarin u de koppeling aanbrengt (alleen voor klanten, leveranciers, personeelsleden, objecten en contacpersonen klant en leverancier hangt de relatiebeheerprogrammacode aan een koppelingsscherm. Voor de overige entiteiten is de programmacode niet gekoppeld aan een scherm). De applicatiebeheerder dient daarvoor te zorgen. Als een gebruiker bijvoorbeeld een klant of artikel moet kunnen koppelen aan een melding, dan moet de gebruiker rechten hebben voor de volgende programmacodes:

Gerelateerde entiteiten automatisch gekoppeld aan melding

Voor een aantal entiteiten geldt dat als u een koppeling met een melding maakt, er automatisch ook koppelingen met gerelateerde entiteiten ontstaan. Koppelt u bijvoorbeeld een verkooporder aan een melding, dan ziet u in de lijst met koppelingen van de melding ook de klant, de contactpersoon van de klant en eventueel het referentieobject verschijnen.

Onderliggende entiteiten koppelen aan een melding

Sommige entiteiten hebben een hiërarchische relatie, bijvoorbeeld een productiedossier heeft onderliggende productiecalculatieregels. Wilt u een onderliggende entiteit aan een melding koppelen, dan dient u zowel de bovenliggende als de onderliggende entiteit te koppelen:

1. Koppel de bovenliggende entiteit, bijvoorbeeld een productiedossier.
2. Selecteer de entiteit in het deelvenster en klik op . In de keuzelijst ziet u boven de streep de onderliggende entiteiten die bij de geselecteerde entiteit horen.
3. Selecteer de gewenste onderliggende entiteit, bijvoorbeeld 'Productiecalculatie bewerkingen'.

Tip: In de lijst met gekoppelde entiteiten kunt u verschillende sorteringen aanbrengen. Als u gerelateerde entiteiten bij elkaar wilt zien, bijvoorbeeld klantcontacten onder de klant of verkoopregels onder een verkooporder, dubbelklikt u op de kolomtitel Regel.

Wijzigen en verwijderen koppeling

Met onderaan het scherm kunt u de koppeling wijzigen. Als de melding bijvoorbeeld gekoppeld is aan een klant, kunt u een andere klant kiezen. Wilt u de melding echter aan een andere entiteit koppelen, dan verwijdert u de koppeling met onderaan het scherm en maakt u een nieuwe koppeling aan.

Servicemeldingen

Servicemeldingen die u invoert in het scherm Servicemeldingen, kunt u ook zien in het scherm Meldingen. Het bijbehorende personeelslid en gekoppelde objecten, klanten, acties en gerelateerde meldingen zijn in het scherm Meldingen zichtbaar in het deelvenster met gekoppelde entiteiten. U kunt er alle entiteiten aan toevoegen die beschikbaar zijn in het scherm Meldingen. Op de tabbladen Servicemelding, Adres, Afhandeling en Memo kunt u de servicegerelateerde informatie bekijken maar niet wijzigen.

Meldingen die u invoert in het scherm Meldingen, zijn niet zichtbaar in het scherm Servicemeldingen.

Instellingen voor in- en uitschakelen van schermonderdelen

Met de volgende instellingen in menu Beeld is het mogelijk schermonderdelen in- of uit te schakelen:

• Deelvenster koppelingen tonen: als deze is geactiveerd, wordt het deelvenster met entiteiten weergegeven die aan de melding zijn gekoppeld.
• Deelvenster memo tonen: als deze is geactiveerd, wordt het deelvenster met memotekst weergegeven op tabblad Lijst.

Presets

Enkele presets tonen aanvullende (uitgebreide) gegevens van gekoppelde entiteiten, zoals de preset 'Lopende meldingen, uitgebreid'. Zijn er bijvoorbeeld meerdere klanten gekoppeld aan de melding, dan wordt getoond hoeveel klanten er gekoppeld zijn en wordt de primaire klant weergegeven. Ontbreekt een primaire klant dan wordt de klant getoond met de naam die als eerste voorkomt in het alfabet.

Velden

Relatiebeheertype

Verantwoordelijke

Status

Let op: datum en tijd van de melding kunt u alleen wijzigen met de verwerking Aanpassen datum en tijd.