Het servicetype geeft aan om wat voor soort onderhoud het gaat.
Activeer dit veld om aan te geven dat de melding een storing betreft waardoor het betreffende object niet meer functioneert.
Dit veld kan bijvoorbeeld worden gebruikt wanneer u de klant de garantie heeft gegeven dat een machine 98% van de tijd werkzaam is. U kunt het veld Object stilstand dan gebruiken om bij te houden wanneer en hoe lang de machine door een storing buiten werking is. Met de combinatie van de velden Object stilstand, Meldingsdatum en tijd en Datum afgehandeld kunt u het uptime percentage van het object berekenen.
Zodra u tijdens het invoeren van een servicemelding het object invult, zoekt het programma daarbij automatisch het juiste servicecontract en de juiste contractversie. Hierbij volgt het programma een vast zoekpad.
Wanneer u voor een bepaald object een servicemelding invoert, dan zal Isah een zoekpad doorlopen om het voor dit object geldende contract en contractversie te vinden. Allereerst gaat Isah na of het object zelf geldig is. Is dat niet het geval dan krijgt u een waarschuwing, maar kunt u desgewenst toch doorgaan. Het zoekpad wordt als volgt doorlopen:
Op basis van object, meldingsdatum en klant (indien gevonden), worden vervolgens het servicecontract en de versie bepaald.
Als er een servicecontract met versie is bepaald, dan worden de uiterste startdatum en -tijd bepaald voor het oplossen van de storing.
In dit veld ziet u om wat voor soort servicecontract het gaat. Er zijn twee mogelijke contracttypes:
|
Servicecontracten van het type 'Contract' dienen als overkoepelend contract voor contractversies waarin u contractvoorwaarden voor specifieke objecten vastlegt voor een klant. |
|
Servicecontracten van het type 'Algemene voorwaarden' dienen om algemene voorwaarden vast te kunnen leggen voor een objectgroep. U kunt algemene servicevoorwaarden vastleggen over bijvoorbeeld responstijd, beschikbaarheid van monteurs, voorrijkosten, tarieven etc. Een contract van het type 'Algemene voorwaarden' kan wel onderliggende servicecontractversies bevatten, maar bij deze contractversies kunt u geen specifieke objecten vastleggen waarvoor de contractversie geldt en daarmee ook geen preventief onderhoud of factuurschema. U koppelt een servicecontract voor algemene voorwaarden aan een objectgroep in het scherm Objectgroepen. |
Met de status geeft u aan in welk stadium de servicemelding zich bevindt, bijvoorbeeld 'afgehandeld' voor meldingen die opgelost zijn. Bij het aanmaken van serviceorders uit servicemeldingen kunt u aangeven dat alleen van servicemeldingen vanaf een bepaalde status een order aangemaakt moet worden.
Dit veld toont automatisch de datum waarop uiterlijk gestart mag worden met het uitvoeren van de actie om de storing op te lossen. De waarde in dit veld wordt berekend door Isah op basis van de voorwaarden in de servicecontractversie.
Zie ook Berekening uiterste starttijd servicemelding.
Als u een servicemelding invoert, zal het programma zelf een uiterste starttijd voor de uit te voeren werkzaamheden berekenen. Dit gebeurt op basis van de waarden in de velden Responstijd en Beschikbaarheid in de module Service, Servicecontracten, knop Versies, tabblad Voorwaarden. Bij de berekening zijn van belang:
Voorbeeld uiterste starttijd bij melding:
Situatie 1
Responstijd: |
24 uur |
Beschikbaarheid: |
van 08:00 tot 18:00 |
|
weekenden niet |
|
nachten tellen door, weekenden niet |
Datum en tijd van melding: |
Donderdag 16:00 |
Uiterste startdatum en -tijd |
Vrijdag 16:00 |
Situatie 2
Responstijd: |
24 uur |
Beschikbaarheid: |
van 08:00 tot 18:00 |
|
weekenden niet |
|
nachten tellen door, weekenden ook |
Datum en tijd van melding: |
Vrijdag 16:00 |
Uiterste startdatum en -tijd |
Maandag 16:00 |
Situatie 3
Responstijd: |
24 uur |
Beschikbaarheid: |
van 08:00 tot 18:00 |
|
weekenden niet |
|
nachten tellen door, weekenden ook |
Datum en tijd van melding: |
Vrijdag 16:00 |
Uiterste startdatum en -tijd |
Maandag 8:00 |
Zodra u tijdens het invoeren van een servicemelding het object invult, zoekt het programma automatisch de klant. Dat is de klant die bij het object is opgeven, of als daar geen klant is opgegeven, in een object hoger in de as-built-structuur van het object.
U kunt ook zelf de klant invullen. Het veld is niet verplicht. Mogelijk heeft u iemand aan de lijn die via een dealer uw product heeft aangeschaft. Deze persoon is dan nog niet in uw klantenadministratie geregistreerd.
Als een servicemelding leidt tot een serviceorder dan moet een klantnummer zijn ingevuld.
Indien een melding op meerder klanten betrekking heeft, gebruikt u de knop Gerelateerde klanten om deze klanten ook te registreren.
Deze persoon is verantwoordelijk voor het beheer van de servicemelding.