Bij de identificatiemethode kiest u op welke manier u deze relatie in de elektronische berichten wilt identificeren. U kunt slechts kiezen voor één mogelijkheid. De unieke code die achter uw gekozen optie staat, zal in binnenkomende en uitgaande berichten gebruikt worden ter identificatie van het bedrijf.
Als u kiest voor identificatie via SCSN is het verplicht om hier de SCSN-code in te vullen: een code waarmee een bedrijf zich identificeert voor communicatie in de keten.
Kiest u voor KvK-nummer of BTW/SIR-nummer, dan dient het desbetreffende nummer ingevuld te zijn. U kunt de waardes echter niet wijzigen op het tabblad Ketenintegratie, omdat het gaat om wettelijke gegevens die correct moeten zijn. Zij zijn alleen wijzigbaar op het tabblad Financieel door personen die daarvoor rechten hebben. Kunt u hier geen nummer invullen, dan dient u voor een andere identificatiemethode te kiezen.
Een GLN (Global Location Number) is een wereldwijd uniek identificatienummer dat elk bedrijf kan aanvragen bij GS1 Nederland.
N.B.: Staat een klant of leverancier in het scherm Bedrijven, dan kunt u de identificatiegegevens voor SCI alleen in het scherm Bedrijven wijzigen. De identificatiegegevens op het scherm Klanten en Leveranciers zijn in dat geval informatief. Wijzigt u de identificatiegegevens op het scherm Bedrijven, dan ziet u dat terug in de velden bij de klant of leverancier.
Identificatiemethode eigen bedrijf
Ook hier kiest u een identificatiemethode, maar nu geeft u aan met welke unieke code u uw eigen bedrijf wilt identificeren in de elektronische communicatie met deze relatie. Vaak is door de relatie aangegeven met welke methode zij werken, en past u uw gegevens daarop aan. Wilt u de code of het nummer bij uw eigen registratie wijzigen, dan doet u dat bij de registratie van uw eigen bedrijf ('99999' in de module Klanten of Leveranciers).
Let op: Legt u uw eigen gegevens vast bij een relatie in de module Klanten, dan bent u voor dit bedrijf de leverancier. U past uw eigen gegevens dan ook aan bij leverancier '99999'. Voor uw relaties in de module Leveranciers is dat andersom: voor hen bent u de klant, dus uw eigen gegevens komen hierbij uit de module Klanten.
Opmerking
Omdat het niet alle bedrijven met alle methodes werken, is het van belang dat de instelling van de identificatiemethode in de communicatie met deze relatie altijd wordt overgenomen. Dit zal dus ook gebeuren op het moment dat uw eigen registratie een afwijkende debiteur of crediteur bevat met een andere identificatiemethode.
Voorbeeld
Module Leveranciers
Naam: Pietersen B.V.
Naam: 99999 Eigen bedrijf
Identificatiemethode: SCSN-code
Identificatiecode eigen bedrijf: KvK-nummer
Stel, in dit scenario, dat '99999 Eigen bedrijf' een debiteur heeft die '99997 Debiteur eigen bedrijf' heet, en dat op het tabblad Ketenintegratie van deze debiteur de identificatiemethode 'GLN' is opgegeven. Als u nu elektronische communicatie verzendt naar deze leverancier, zal Isah het KvK-nummer van '99997 Debiteur eigen bedrijf' in het bericht zetten, en niet de GLN. De leverancier heeft immers aangegeven dat zij werken met KvK-nummers, en dat wordt dan ook doorgevoerd. Heeft de debiteur het gevraagde gegeven niet, dan volgt daarvan een melding, zodat u het ontbrekende nummer kunt aanvullen.
Het veld Transformatiescript is bedoeld voor Ketenintegratie en kan gebruikt worden om een script op te nemen dat de elektronische berichten aanpast. U kunt het gebruiken voor het aanpassen van berichten:
als u een XML-bericht ontvangt in een e-mail en het zelf in Isah opneemt met de verwerking Importeren bericht
Werkt u met een automatische webinterface, dan komt SCI het script niet tegen.
Transformatiescript - Verzenden
Als u bij het verzenden van een elektronische inkooporder automatisch wijzigingen aan het bericht wilt laten aanbrengen, dan is het mogelijk daarvoor in dit veld een script op te nemen. Het script zal bij het versturen van de inkooporder starten en de inhoud van het bericht aanpassen. De output van het script dient vervolgens als het elektronisch bericht dat u verstuurt.
Transformatiescript - Ontvangen
Als u bij het importeren van een elektronische orderbevestiging of inkoopfactuur een script wilt starten om het bericht aan te passen alvorens het wordt geïmporteerd, dan vult u daarvoor in dit veld een script in. Voordat Isah bij het importeren van een orderbevestiging echter een klantspecifiek script kan starten, moet eerst duidelijk zijn wie de leverancier de ontvangen bevestiging is. Wilt u bij het ontvangen van een bericht een script starten, dan dient u dus eerst elders een algemeen script op te geven dat bepaalt wie de leverancier is. Hiervoor zet u bij de basisinstellingen voor documenten onder Elektronische communicatie een script in het veld Script voor bepalen afzender-id.
Is het script waarmee Isah de leverancier bepaalt, ingevuld, dan zal Isah bij het importeren van de orderbevestiging het script starten dat u bij de desbetreffende leverancier in het veld Transformatiescipt heeft gezet.
Voorbeeld opzet transformatiescripts
'Leverancier: Transformeer uitgaande inkooporder
function TransformPurchaseOrder(PurDocCode, VendId, SCSNPurOrder)
[script]
TransformPurchaseOrder = [hier staat de nieuwe berichtinhoud]
In dit veld zet u het adres waarnaar Isah een notificatie moet sturen als er een elektronisch bericht voor het bedrijf klaarstaat. Isah gebruikt dit mailadres alleen als het bedrijf waarnaar u een elektronisch bericht stuurt geen webinterface voor ketenintegratie heeft; in dat geval zet Isah het elektronische bericht namelijk op uw eigen interface klaar en krijgt de ontvanger op het hier ingevulde mailadres een bericht dat het kan worden opgehaald.
N.B.: Bij klant '99999' en leverancier '99999' zet u het mailadres neer dat u voor de uitgaande berichten als uw eigen verzendadres wilt gebruiken. Dit adres wordt dan bij alle mails die als notificatie verzonden worden, als verzender ingevuld. Of Isah het adres gebruikt van klant '99999' of leverancier '99999', is afhankelijk van uw rol in het uitgaande bericht: klant of leverancier.
Verzendwijze documenten
De verzendwijze van een document bepaalt hoe het document verzonden moet worden en aan wie, bijvoorbeeld direct via een SCSN-interface of in een mail met bijlagen aan een aantal contactpersonen. Met geeft u aan dat voor het desbetreffende document de voorkeurswaarde gebruikt moet worden.